§1.2: Wereld: verwering en erosie-TOETSVRAGEN

H1: landschappen
§1.2 Wereld: verwering en erosie

VRAGEN
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1: landschappen
§1.2 Wereld: verwering en erosie

VRAGEN

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat erosie, verwering en meanderen is. Ook weet je welke landschappen er zijn en op welke manier de rivier door die landschappen loopt.
Je begrijpt hoe verwering en erosie voor reliëf zorgen.

Slide 2 - Slide

Bij Landschappen moet je altijd naar het reliëf kijken. Wat is reliëf?

Slide 3 - Open question

Welke vier landschappen heb je geleerd bij relief?

Slide 4 - Open question

Laagland bestaat uit 2 delen.
Het verschil zit in de
A
grootte
B
hoogte
C
diepte
D
aantal inwoners

Slide 5 - Quiz

Laag Hoogland is

Slide 6 - Open question

Wat is verwering?
A
Het schuren van gesteente
B
Het afbreken van gesteente

Slide 7 - Quiz

Verwering kan op drie manieren.
Welke 3?

Slide 8 - Open question

Wortels drukken zich door stenen heen waardoor de stenen breken en afbrokkelen.
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 9 - Quiz

Stenen worden steeds warm/koud/warm/koud, waardoor de stenen breken en afbrokkelen.
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 10 - Quiz

Water en zuur zorgen voor een reactie, waardoor de stenen 'wegsmelten'.
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 11 - Quiz

Er ontstaan grotten.
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 12 - Quiz

Er zit een scheur in de steen, daar komt water in, dat water bevriest, zet uit en breekt de steen.
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 13 - Quiz

Welke zinnen horen bij mechanische verwering en welke zinnen horen bij chemische verwering?

Mechanische verwering
Chemische verwering
Gesteente verandert van samenstelling.​
Deze soort verwering gaat sneller bij grote temperatuursverschillen.​ 
Gesteente valt uiteen in kleinere stukken.​ 
Veel vocht en een hoge temperatuur versnellen ​dit type verwering.​ 

Slide 14 - Drag question

Zet in de juiste volgorde.
Neerslag wordt zuur door de plantenwortels.

Kalksteen lost op.

Er valt neerslag.
Neerslag sijpelt door het gesteente naar beneden. 

Slide 15 - Drag question

Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering

Slide 16 - Quiz

Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering

Slide 17 - Quiz

Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering

Slide 19 - Quiz

Een gletsjer zorgt voor
A
Verwering
B
Erosie
C
Beide
D
Sneeuw

Slide 20 - Quiz

Wat is erosie
A
De schurende werking van water, ijs en wind
B
Het afzetten van sedimenten (zand, klei, etc)
C
Het bewegen van een gletsjer

Slide 21 - Quiz

Wat zie je?
A
Winderosie
B
Watererosie
C
IJs-erosie
D
Chemische verwering

Slide 22 - Quiz

Wat zie je?
A
Winderosie
B
Watererosie
C
IJs-erosie
D
Chemische verwering

Slide 23 - Quiz

Door welke krachten worden zand en grind gevormd?

Slide 24 - Open question

Bij erosie
A
valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes
B
wordt verweringsmateriaal meegenomen door wind, water of ijs. Hierbij treedt een schurende werking op.
C
lost gesteente op in water of zuren
D
wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op.

Slide 25 - Quiz

Een rivier kronkelt door het landschap.
Noem een ander woord voor kronkelen.

Slide 26 - Open question

Bovenloop
A
Eerste deel van een rivier van de bron
B
Laatste deel van een rivier door de monding
C
Middelste deel van een rivier
D
Tussen deel van een rivier

Slide 27 - Quiz

In de bovenloop:
A
Rivier stroomt hard, V-dalen, erosie
B
Rivier stroomt hard, U-dalen, sedimentatie
C
Rivier stroomt gemiddeld, meanders, sedimentatie
D
Rivier stroomt hard, V-dalen, sedimentatie

Slide 28 - Quiz

Zou Nederland in de bovenloop, de middenloop of de benedenloop liggen? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open question

Hoe zorgen erosie en verwering voor reliëf?

Slide 30 - Open question

Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
erosie
reliëf 
verwering
meanderen
loop van de rivier
vier landschappen

Slide 31 - Drag question