Unit 1 - lesson 3/4 - Used to

Today's lesson
1. Grammatica uitleg
2. Werken in het boek

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Today's lesson
1. Grammatica uitleg
2. Werken in het boek

Slide 1 - Slide

Grammatica Unit 1
Wat deed jij vroeger? Wat je nu niet meer doet?

Slide 2 - Slide

I used to dance when I was younger.

Slide 3 - Slide

Used to
Used to gebruik je om te zeggen dat dingen eerst zo waren, maar nu niet meer. In het Nederlands zeg je dan ‘Vroeger…’



I used to work at the Albert Heijn. 
 There used to be a pool near my home.

Slide 4 - Slide

Used to
Hoe maak je deze vorm?
Used to + werkwoord

I used to be small.
She used to have braces.
We used to play football.



Slide 5 - Slide

Create a sentence 
Use 'used to' & 'to have'

Slide 6 - Slide

I used to have an office job.
I didn't use to have short hair. 

Slide 7 - Slide

Ontkenningen 'use to'
Hoe maak je een ontkenning met used to?
Om een ontkenning te maken zet je 'didn't' voor 'use to'.
'Didn't' vertaald letterlijk naar 'deed niet'. 
LET OP! De d van used to, verdwijnt omdat er did in de zin staat!

They didn't use to do that.
She didn't use to call me.

Slide 8 - Slide

Vul de ontkennende vorm van used to in.

(-) ____ (she - to eat) meat.

Slide 9 - Open question

Vul de ontkennende vorm van used to in.

(-) ____ (we - come) here.

Slide 10 - Open question

Vraagzinnen met use to.
Hoe maak je vraagzinnen met use to?
Om een vraagzin te maken zet je het woordje 'did' vooraan in de zin. de rest blijft gewoon hetzelfde.
LET OP! De d van used to, verdwijnt omdat er did in de zin staat!

He used to walk to school .   - Did he use to walk to school?
She used to work there.         - Did she use to work there?

Slide 11 - Slide

To do:
Workbook: oef. 8 p. 143

Slide 12 - Slide