This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
2.7 Natuurlijke gevaren in de VS
Slide 1 - Slide
Welke foto hoort bij welk legenda-item?
Slide 2 - Slide
Welke foto hoort bij welk legenda-item?
Slide 3 - Slide
Aardbevingen: 6 op de Schaal van Richter
Frequentie: eens in de 20/30 jaar.
Intensiteit: 6 of hoger op de Schaal van Richter
Slide 4 - Slide
Schaal van Richter
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Transforme plaatbeweging
Platen schuiven langs elkaar
->
<-
veroorzaakt aardbevingen
vb: San andreas breuk
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Bij welk getal zullen de gevolgen van een aardbeving het meest groot zijn voor mensen en waarom?
Slide 10 - Slide
Ontstaan: hurricane
Boven zeewater van minimaal 26 graden. Verdampt veel water
Warme lucht stijgt op
Stijgende lucht koelt af, waterdamp condenseert.
Door stijgende lucht wordt lucht aangezogen, dit versterkt de vorming van de Hurricane.
Slide 11 - Slide
Waar haalt een orkaan de energie vandaan voor die krachtige wind?
Uit warme zeewater
Maanden: juni t/m november
(waarom deze periode?)
Slide 12 - Slide
Hurricanes veroorzaken directe schade door harde wind
Voorbeelden?
Kustgebieden kunnen overstromen door opgestuwd zeewater
Rivieren treden buiten hun oevers door grote hoeveelheden regen
Ontstaan van modderstromen
Slide 13 - Slide
Zuidoosten van VS wordt meest getroffen door hurricanes
Waarom juist daar?
Verklaring: meeste hurricanes ontstaan boven het warme zeewater van het Caribische gebied.
Slide 14 - Slide
Waarom neemt de kracht van Sandy af wanneer het aan land komt?
Verklaring: Hurricanes halen hun energie uit warm zeewater
Slide 15 - Slide
De VS werd in 2012 getroffen door orkaan Sandy.
Wat was er anders aan deze orkaan?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Video
Hoe stopt een tornado?
Hoe stopt een tornado:
na zo’n 10 km
als er niet meer voldoende warme, vochtige lucht beschikbaar is
Kenmerken
Kenmerken van een tornado:
doorsnede van 100 tot 450 m
windstoten tot 400 km/uur
richt enorme schade aan
Kracht tornado
Slide 18 - Slide
Het ontstaan van tornado's
Een grote wolk ontstaat als de lucht onder de wolk extreem snel omhoog gaat. Vergelijk het met een klein, maar sterk, lagedrukgebied. De lucht condenseert en regent uit. Dat kan bijvoorbeeld als koude lucht (zwaarder) zich boven warme lucht bevindt (lichter). De lichte lucht (warm) gaat omhoog, terwijl de zware lucht (koud) naar beneden gaat. Belangrijkste oorzaak? De botsing tussen koude lucht uit het noorden en warme lucht uit het zuiden.
In de wolk botsen luchtstromen uit verschillende richtingen met elkaar. Dit zorgt voor een draaiende beweging in de wolk rond een horizontale as.
1
De sterke luchtstroom omhoog laat de roterende lucht kantelen: de as waar de lucht omheen draait wordt een verticale as
2
Er komt een sterke luchtstroom omhoog, die wij zien doordat condenserend waterdamp meedraait: de tornado is geboren
3
In Tornado Alley in de VS komen verschillende luchtstromen samen. Koude lucht uit het noorden, vochtige warme lucht uit het zuiden (de waterdamp zorgt voor de energie van de storm!), droge warme lucht uit de woestijnen in het zuidwesten en koude lucht uit het westen. Deze luchtstromen botsen in tornado alley, waardoor er juist daar veel tornado's voorkomen.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Wat hebben de bewoners van Tornado Alley zelf in de hand?
A
De frequentie van het natuurverschijnsel
B
De intensiteit van het natuurverschijnsel
C
De kwetsbaarheid voor het natuurverschijnsel
D
De reikwijdte van het natuurverschijnsel
Slide 21 - Quiz
Kwetsbaarheid: Gevoeligheid van een gebied voor de gevolgen van natuurgeweld.
Natuurlijke omstandigheden:
Klimaat
Aanwezigheid breuklijnen
Reliëf
Sociaal-economische omstandigheden
Bevolkingsdichtheid
Welvaart
Risicoperceptie
Slide 22 - Slide
Wat is risicoperceptie?
A
Een plan om een ramp te voorkomen
B
Een plan om de gevolgen van de ramp te beperken
C
De inschatting van mensen op een ramp
D
De evacuatie van mensen na een ramp
Slide 23 - Quiz
Aan de slag
Extra oefening: Markeer de belangrijkste onderdelen van deze paragraaf.
Begrijp je dit? Ga dan aan de slag met de examentrainning op bladzijde 92/93.