Jong en Oud hoofdstuk 4 (1)

Hoofdstuk 4 (1)

1 / 34

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

Lesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 (1)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je kunt de inkomensverdeling van een land aflezen in de Lorenzcurve.
Je kunt conclusies trekken over de inkomensverdeling van een land aan de hand van de Lorenzcurve.
Je kunt de inkomensverdeling van een land tekenen in de Lorenzcurve.

Slide 2 - Slide

Planning

Bespreken opdracht 3.5 t/m 3.9
Uitleg paragraaf 4.1 • Inkomensverdeling • Tekenen Lorenzcurve
Maak opdracht 4.1
Terugkomen op de leerdoelen

Slide 3 - Slide

Bespreken

Opdracht 3.5 t/m 3.9 (bij vragen)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Lorenzcurve

Je kunt de verdeling van het BBP laten

zien aan de hand van een Lorenzcurve.

Op een Lorenzcurve staan op de

horizontale as de personen

en op de verticale as staat

welk gedeelte van het inkomen

zij verdienen.

Slide 6 - Slide

Lorenzcurve

horizontale as: hoeveel procent van de totale bevolking.
verticale as: het deel van het totale inkomen dat wordt verdiend door de bevolking.

Aflezen:

Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 20% met het laagste inkomen? 4,6%

Hoeveel procent van de inkomens wordt verdiend door de top 20% van de mensen met de hoogste inkomen? 100% - 58,5% = 41,5%

Slide 7 - Slide

WELVAART: ongelijkheid, De Lorenzcurve

De Lorenzcurve is een grafiek die laat zien hoe het totale inkomen van een land verdeeld is over de bevolking.

De Lorenzcurve zegt niets over absolute aantallen, zoals bijvoorbeeld:

Aantal personen
Nominaal inkomen

Slide 8 - Slide

Stappenplan tekenen Lorenzcurve

stap 1

verdeel de inkomens in gelijke groepen. (toets zijn er al 5 groepen gemaakt).

stap 2

Bereken het procentuele gedeelte van de groep.

formule: deel/geheel*100%

Stap 3

Maak de procentuele getallen cumulatief (tel ze bij elkaar op)

Stap 4

Teken de Lorenzcurve met behulp van de cumulatieve percentages. (assenverdeling horizontaal en verticaal 1cm = 10%)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Aan de slag met

Maak opdracht 4.1

timer

15:00

Slide 33 - Slide