Herhalingsles boek 8 blok 1,3

Samenleven blok 1 & 3
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

Items in this lesson

Samenleven blok 1 & 3

Slide 1 - Slide

Het besturen van het land vanuit één punt.
Welke vraag past bij dit antwoord?
A
Wat is absolutisme?
B
Wat is centralisatie?
C
Wie is Lodewijk XIV?
D
Wat is democratie

Slide 2 - Quiz

Lodewijk XIV is een absoluut vorst. Wat is een absoluut vorst?
A
Een koning met een centraal bestuur
B
Een vorst die alles zelf betaald.
C
Een vorst die door God op de troon is gezet en zijn macht met God deelt.
D
Een koning die alleen heerst. Die macht heeft hij van God gekregen.heeft.

Slide 3 - Quiz

Uit welke drie standen bestond de middeleeuwse standensamenleving?
A
Boeren, ridders en horigen
B
Geestelijken, boeren en ambachtslieden
C
Edelen, boeren en horigen
D
Boeren/burgers, geestelijken en edelen.

Slide 4 - Quiz

Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden

Slide 5 - Drag question

Welke stand had als taak belasting betalen en werken
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
De eerste en tweede stand.

Slide 6 - Quiz

Besturen
Recht spreken &
Beschermen
A
Taken van de Eerste stand
B
Taken van de Tweede stand
C
Taken van de Derde stand
D
Leuk om te doen!

Slide 7 - Quiz

Verlichte denkers gingen uit van twee belangrijke ideeën.
Welke ideeën zijn dit?
A
-Licht moet niet te fel zijn -Gebruik vooral spaarlampen
B
-Alle mensen hebben verstand -Iedereen is hetzelfde
C
-De koning is God -De boeren betalen belasting.
D
-Men gaat uit van de rede -Mensen zijn van nature vrij en gelijk

Slide 8 - Quiz



Welke begrip hoort bij deze afbeelding?
A
Democratie
B
Trias Politica
C
Montesquieu
D
Scheiding der machten

Slide 9 - Quiz

Wat is een monarchie?
A
Een monarchie is een land zonder koning
B
Een monarchie is een land met een koning of keizer.
C
Een monarchie is een land met een grondwet.
D
Een monarchie is een land met een erfelijk troonopvolger.

Slide 10 - Quiz

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land zonder koning
B
Een democratie met een parlement
C
Een koninkrijk met een grondwet
D
Een koninkrijk zonder grondwet.

Slide 11 - Quiz

Welke verandering vond niet plaats tijdens het bestuur van Napoleon?
A
Invoering dienstplicht
B
Opstellen van een burgerlijk wetboek en achternamen (code civil)
C
Invoering van metriek stelsel (meters, liters, kilo's)
D
rechts rijden op de weg

Slide 12 - Quiz

Wat zijn gevolgen van de Franse Revolutie
A. Boeren gaan Frankrijk besturen
B. De adel grijpt de macht
C. Franse burgers worden even rijk
D. Gelijke rechten voor alle burgers
E. Het koningschap wordt afgeschaft

Slide 13 - Open question


Noem twee overeenkomsten en 
twee verschillen tussen Lodewijk XIV en Napoleon

Slide 14 - Open question

Deze les gaat over de 18e eeuw. De 18e eeuw is van....
A
1600-1699
B
1700-1799
C
1800-1899
D
Er is helemaal geen 18e eeuw!

Slide 15 - Quiz

Waarom ging het slecht met de Republiek?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Welke overeenkomsten zie je tussen de Franse Revolutie en het streven van de patriotten?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Welke Revolutie was eerst?
A
Franse Revolutie
B
Bataafse Revolutie

Slide 20 - Quiz

Patriotten zijn...
A
Mensen die een koning steunen
B
Mensen die kritiek hadden op de stadhouder en regenten.
C
De Fransen die in Nederland woonden
D
Mensen die de stadhouder en regenten steunden.

Slide 21 - Quiz

De Bataafse Revolutie is gelukt met hulp van de ....?
A
Pruisen
B
Fransen
C
Engelsen
D
Spanjaarden

Slide 22 - Quiz

Het Koninkrijk Holland hoorde bij Frankrijk
A
juist
B
onjuist
C
Koninkrijk Holland?

Slide 23 - Quiz

Dankzij de Franse Tijd hebben wij in Nederland:
A
achternamen
B
burgerlijke stand
C
het metriek stelsel
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 24 - Quiz


Welke bestuursvorm heeft Nederland op dit moment?
A
Confederatie
B
Eenheidsstaat
C
Federatie

Slide 25 - Quiz

Welke bestuursvorm heeft de Europese Unie?
A
Confederatie
B
Eenheidsstaat
C
Federatie

Slide 26 - Quiz

Welke bestuursvorm hebben de Verenigde Staten?
A
Confederatie
B
Eenheidsstaat
C
Federatie

Slide 27 - Quiz

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht
De regering
De Eerste en Tweede Kamer
De rechtbanken

Slide 28 - Drag question

Waarom zijn de machten in Nederland gescheiden?
A
Zodat de macht is verdeeld, zo is er minder werk.
B
Omdat de gemeente en andere belangrijke mensen ook een stukje macht willen.
C
Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Hoe meer personen hoe meer ideeën.
D
De macht kan nu nooit meer bij één persoon komen te liggen en dus kan de macht niet worden misbruikt.

Slide 29 - Quiz

Waarom is zijn in Nederland de machten gescheiden?

Slide 30 - Open question

Eenheidsstaat
Federatie
Confederatie
Er zijn geen grenscontroles binnen de Europese Unie.
In sommige staten in de VS zijn wapens toegestaan, in andere staten zijn ze verboden.
 Iedereen moest zich aan dezelfde regels houden in de Bataafse Republiek.

Slide 31 - Drag question