Les 9 De koning en de regering plus extra vragen

Doel
Aan het einde van deze les 
Kan je uitleggen wat taken van de koning zijn. 
Weet je waar de regering uit bestaat.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel
Aan het einde van deze les 
Kan je uitleggen wat taken van de koning zijn. 
Weet je waar de regering uit bestaat.

Slide 1 - Slide


Koning

  • Staatshoofd van Koninkrijk der Nederlanden.
  • Bijna geen macht, omdat hij zich niet met politieke kwesties mag bemoeien.

Slide 2 - Slide

Taken van de koning 
  • Handtekening zetten onder alle wetten.

  • Troonrede voorlezen op prinsjesdag.

  • Overleg voeren met de minister-president.

  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.

  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video


Regering 

  • Bestaat uit koning en ministers.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link


Regeringspartijen 

  • VVD, D66, CDA en ChristenUnie.
  • Zij leveren ook de leden voor het kabinet.  

Slide 8 - Slide


Kabinet 

  • Bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
  • Het kabinet-Rutte IV is sinds 10 januari 2022 het Nederlandse kabinet. Het wordt gevormd door de partijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 en de daaropvolgende kabinetsformatie.  

Slide 9 - Slide

Taken regering
De regering heeft de bevoegdheid om de wetgeving tot uitvoering te brengen binnen de grenzen van het grondgebied waarover ze die bevoegdheid heeft.

Slide 10 - Slide

Wat is een taak van de koning van Nederland?
A
De wetten controleren
B
Sporters aanmoedigen
C
Wetten maken
D
Wetten ondertekenen

Slide 11 - Quiz

Wat is een taak van de regering?
A
De wetten controleren
B
De Tweede kamer controleren
C
Wetten maken
D
Wetten ondertekenen

Slide 12 - Quiz

Wie worden er gekozen tijdens de landelijke verkiezingen in Nederland?
A
De koning en koningin
B
De leden van de Tweede Kamer
C
De leden van de Eerste Kamer
D
De ministers

Slide 13 - Quiz

Tijdens de verkiezingen kun je stemmen op?
A
Een politieke partij
B
Een nieuw kabinet
C
Een minister
D
Een burgemeester

Slide 14 - Quiz

Wat is een parlement?
A
Een samenwerking tussen verschillende politieke partijen?
B
Een ruzie tussen verschillende politieke partijen?
C
Alle Kamerleden bij elkaar
D
De regering en Tweede kamer bij elkaar

Slide 15 - Quiz

Wanneer mag je als burger niet stemmen?
A
Als je geen machtiging mee hebt
B
Als je geen ID bewijs mee hebt
C
Als je een uitkering hebt
D
Als je ouder dan 18 jaar bent

Slide 16 - Quiz

Wat heb je tijdens deze les geleerd? Noem twee voorbeelden.

Slide 17 - Open question




Einde van de les 

Slide 18 - Slide