Indeling van psychische stoornissen

Indeling in psychiatrie volgens DSM 5




Geschiedenis
DSM-I (1952)
DSM-II (1968)
DSM-III (1980)
DSM-III-R (1987)
DSM-IV (1994)
DSM-IV-TR (2000)
DSM-5 (mei 2013) (De reden om het Arabische cijfer 5 in plaats van het Romeinse cijfer V te gebruiken is dat versies met kleinere herzieningen zullen worden genummerd met toevoegingen . 1, . ...
DSM-5-TR (maart 2022)
1 / 41
next
Slide 1: Slide
psychiatrieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Indeling in psychiatrie volgens DSM 5




Geschiedenis
DSM-I (1952)
DSM-II (1968)
DSM-III (1980)
DSM-III-R (1987)
DSM-IV (1994)
DSM-IV-TR (2000)
DSM-5 (mei 2013) (De reden om het Arabische cijfer 5 in plaats van het Romeinse cijfer V te gebruiken is dat versies met kleinere herzieningen zullen worden genummerd met toevoegingen . 1, . ...
DSM-5-TR (maart 2022)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar staat DSM-5 voor?
A
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
B
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Diseases
C
Diagnostic and Statistical Manual of Mild Disorders
D
Diagnostic and Statistical Menu of Mental Disorders

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

DSM-5
  • Is een (internationaal) classificatiesysteem waarin bepaalde psychische stoornissen  staan beschreven
  • Bedoeld om eenheid te creëren 
  • Géén diagnose-handboek. Het stellen van een diagnose gebeurt door uitgebreid en nauwkeurig psychiatrisch onderzoek volgens de daarvoor geldende richtlijnen.
  • Zorgverzekeraars gebruiken het boek om te bepalen of een behandeling wel of niet vergoed kan worden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke psychiatrische beelden staan er in de DSM-5 ?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Categorieën psychische stoornissen

In de DSM-5 zijn alle psychische stoornissen ondergebracht in categorieën. 

We lichten nu de meest voorkomende categorieën er uit ,die in ons werkveld 
Jeugdzorg, gehandicaptenzorg, ouderenzorg, forensische zorg het meest frequent voorkomen.
In de DSM 5 staan meer dan 200 psychiatrische ziektebeelden



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

neurobiologische ontwikkelingsstoornissen

 schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen

bipolaire-stemmingsstoornissen

depressieve-stemmingsstoornissen

Trauma-en stressor gerelateerde stoornissen

obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
somatisch-symptoomstoornissen

voedings- en eetstoornissen

disruptieve, impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen

middelgerelateerde en verslavingsstoornissen

neurocognitieve stoornissen

persoonlijkheidsstoornissen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Pak een pen en papier
Noteer welke psychiatrische beelden jij momenteel of kort geleden mee te naken hebt gehad (er hoeft geen duidelijke diagnose gesteld te zijn) doe dit hierna als we ze kort gaan bespreken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Neurobiologische en ontwikkelingsstoornis, waar denk je aan?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Neurobiologische en ontwikkelingsstoornis
Hierbij gaat het om aandoeningen met een duidelijk neurobiologische basis. Je moet hierbij denken aan het niet goed functioneren van delen van de hersenen en/of de neurotransmitters.                                                                                                
De belangrijkste stoornissen uit deze categorie zijn:
autismespectrumstoornis
aandacht deficiëntie-hyperactiviteitstoornis (ADHD).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen
Deze categorie werd voorheen psychotische stoornissen genoemd. 
Iemand die psychotisch is, is het gevoel voor de werkelijkheid kwijt. 
Hij kan dingen horen of zien die er in werkelijkheid niet zijn of hij kan zeer vreemde gedachten hebben. 
Meestal is normaal contact erg moeilijk en is het denken erg verward.                                                          Het is een voor de persoon zeer beangstigende toestand. 

Voorbeelden zijn:
schizoformenstoornis   en waanstoornis.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bipolaire-stemmingsstoornissen
Voorheen werd geen onderscheid gemaakt tussen deze stoornissen en de depressieve-stemmingsstoornis. 
Het gaat bij deze mensen om een stoornis in de gemoedstoestand, in de stemming. 
Bij deze aandoening vertoont iemand zowel periodes met een zeer sombere stemming, als periodes met een zeer uitgelaten, te uitbundige stemming.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Depressieve-stemmingsstoornissen
Ook hierbij gaat het om een stoornis van de stemming, maar in dit geval met name om een heel sombere stemming.     
Het belangrijkste voorbeeld uit deze categorie is de depressieve stoornis.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Angststoornissen









Bij angststoornissen staat de angst (bezorgdheid, nervositeit) centraal en de manier waarop de persoon met die angst omgaat. 
De persoon staat te angstig in het leven en het kost heel veel energie om met deze angst om te gaan. 
Men probeert vaak de angst te vermijden (fobieën). 
Enkele voorbeelden zijn: specifieke fobie, sociale angststoornis, paniekstoornis.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
Bij deze stoornissen speelt meestal ook angst een belangrijke rol. Met gaat alleen anders met die angst om. In dit geval probeert men vooral door dwangmatig te denken en te handelen te angst te bezweren. Enkele voorbeelden zijn:

obsessieve-compulsieve stoornis
verzamelstoornis.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

https://youtu.be/_ih1PG6WVMs
Zou jij over de lange of korte strepen fietsen???
Lange strepen
Korte strepen
maakt mij niks uit

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Rituelen en gewoonten

Schrijf voor jezelf hieronder een aantal vaste gewoonten/rituelen op die je hebt op een doordeweekse dag die niet perse een duidelijk doel hebben. Denk hierbij aan hoe jij uit bed stapt, kleed jij je op een bepaalde manier aan, heb je een volgorde van tandenpoetsen of een bepaalde route naar school?


Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Somatisch-symptoomstoornis
Hierbij gaat het om lichamelijke aandoeningen veroorzaakt of verergerd door psychische factoren. 
De psychische problematiek wordt op de een of andere manier lichamelijk (somatisch) geuit. 
Het gaat om menselijk leed dat vertaald wordt in fysieke pijn en/of onvermogen. 

Enkele voorbeelden zijn:
conversiestoornis : Functioneel neurologische stoornis 
psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden (maagzweer, eczeem).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voedings- en eetstoornissen
Bij deze aandoening zijn de veranderingen van het eetpatroon het meest opvallend. 
Meestal gaat dit ook gepaard met gewichtsverandering. 
De bekendste voorbeelden zijn:
anorexia nervosa
boulimia nervosa
Pica

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Disruptieve, impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen
Het meest opvallende kenmerk is dat iemand zijn gedrag niet goed kan reguleren, zijn impulsen niet goed kan bedwingen.  
Voorbeelden van stoornissen in de impulsbeheersing zijn 
Kleptomanie
Pathologisch gokken
Pyromanie
Periodieke explosieve stoornis
oppositionele opstandige stoornis (ODD)
pyromanie.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
Centraal bij deze stoornis staat de afhankelijkheid van een bepaalde stof (nicotine, cafeïne, alcohol, drugs) of van een bepaalde handeling (gokken, hardlopen).                                

Voorbeelden zijn:
stoornis in alcoholgebruik
stoornis in cannabisgebruik.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Neurocognitieve stoornissen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Er is een verschil tussen neurocognitieve en neurobiologische aandoeningen , zou je een verschil weten ?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

We spreken van een neurocognitieve stoornis
 als er een verandering in je hersenen optreedt, waardoor je denkvermogen achteruit gaat. 
Bij een neurocognitieve stoornis is het functioneren van je hersenen aangetast. 
Dementie is de meest voorkomende vorm, maar zeker niet de enige.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Welke neurocognitieve stoornissen zijn er nog meer?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

T
        Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke persoonlijkheidsstoornis ken je?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Cluster A, B en C 
Er bestaan volgens het psychiatrisch handboek DSM-5 tien soorten persoonlijkheidsstoornissen.                                         Deze zijn onderverdeeld in 3 clusters.
DSM
Het Diagnostisch en Statistisch handboek van Psychiatrische aandoeningen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Cluster A
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

 
Kenmerken:
  • Weinig contact
  • Beperking sociale relaties
  • Leven geïsoleerd
  • Hulp vermijdend.
  • Wantrouwen
  • Merkwaardige gedachten

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Cluster B
  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis...........
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • Histrionische persoonlijkheidsstoornis 
Kenmerken
  • Dramatisch en onvoorspelbaar gedrag
  • Weinig beheersing impulsen en emoties.
  • Snelle behoeftebevrediging
  • Slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties.
  • Verstorend effect op omgeving
  • Weinig zelfinzicht / verwijtend naar anderen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Pak een pen en papier


Heb jij nog iets genoteerd? 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie: wat vond je van deze les?
duidelijk
onduidelijk
te snel
te langzaam
leerzaam
iets anders

Slide 39 - Poll

This item has no instructions

Wat vond je van deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

This item has no instructions

Bedankt allemaal
Bedankt allemaal!!
Bedankt voor je aandacht!

Slide 41 - Slide

This item has no instructions