Present simple and present continuous tenses

• English
• MBO
• Studiejaar 1

Today's lesson

Revision present simple

Present continuous

Belangrijke data

One-minute pitch group 1: 15 mei

One-minute pitch group 2: 22 mei

Week 6: Geen les, maar wel thuiswerkopdracht

Week 7: Toets: 5 juni

Week 8: Herkansingsmoment: 12 juni

Revision present simple

When to use? 

How to form?

How to make question?

How to form a negation?

Revision! As fast as you can!

Schrijf drie vragen (op drie verschillende papiertjes) op. 

Verdeel 9 punten over de drie verschillende vragen. 

De vragen moeten gaan over de les van vandaag.

Weet je het antwoord? Ren naar de bel en sla erop.

Het groepje met de meeste punten wint de prijs.

Work together with a classmate. You have 5 minutes to correct the mistake!

1. Andy is sometimes reading comics.
   
2. We never watches TV in the morning.
   
3. Listen! Sandy sings songs in the bathroom.
   
4. My sister is usually helping in the kitchen.
   
5. My mother makes breakfast now.
   
6. They are often cleaning the bathroom.
   
7. Look! The boys come home.
   
8. Every day his grandfather is going for a walk.
   
9. I chat with my friend at the moment.
   
10. Cats are eating mice.

Answers 

1. Andy sometimes reads comics. (regelmaat, dus present simple. he-she-it + s)

Answers 

2. We never watch TV in the morning. 

(iets wat je nooit doet, present simple, na we alleen het werkwoord)

Answers 

3. Listen! Sandy is singing songs in the bathroom. 

(Signaal is listen! Je weet dat het nu gebeurt, dus present continuous)

Answers 

4. My sister usually helps in the kitchen. 

(regelmaat, dit betekent present simple. Het gaat om mijn zus, dus werkwoord + s)

Answers 

5. My mother is making breakfast now. 

(het woordje now geeft aan dat het NU gebeurt, dus dan gebruik je de present continuous). 

Answers 

6. They often clean the bathroom. 

(als het een gewoonte, feit of regelmaat is, dan gebruik je de present simple)

Answers 

7. Look! The boys are coming home.(het woordje Look geeft aan dat dit NU gebeurt, je gebruikt dan de present continuous). 

Answers 

8. Every day his grandfather goes for a walk.

(als het een gewoonte, feit of regelmaat is, dan gebruik je de present simple. Bij he-she-it +s, in dit geval goes)

Answers 

9. I am chatting with my friend at the moment. 

(at the moment geeft aan dat je het NU aan het doen bent. Je gebruikt dan de present continuous)

Answers 

10. Cats eat mice. (dit is een feit, dus dan gebruik je de present simple).

Important date

15-5 homework present simple/ present continuous

15-5 one-minute pitch 

Amine, Minke, Irmak, Bas, Emirhan, Ahmed, Lynn, Destiny, Milou, Wisly, Mischa, Daniëlle

22-5 one-minute pitch

Kimberly, Denise, Judhana, Sevénity, Jane, Tanja, Kate, Isaï, Lieke Assia, Amira

One-minute pitch

Teams --> Engels --> bestanden period 2

Homework

Complete present simple/ present continuous homework assignment 

Teams --> Engels --> bestanden period 2