2. fictie en non-fictie

Tekstdoelen en fictie
Klas 1
Nederlands
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekstdoelen en fictie
Klas 1
Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- leren over tekstdoelen (blz. 24)
- leren over fictie en non-fictie (blz. 64)
- opdrachten maken (blz.64)

Slide 2 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Als iemand iets schrijft, heeft hij een doel met die tekst: dat wat hij wil bereiken (tekstdoel)

Om dat doel te bereiken, kiest hij het soort tekst waarmee hij dat doel het beste kan bereiken (tekstsoort)


Slide 3 - Slide

Tekstdoel: amuseren 
De schrijver wil jou (de lezer) vermaken. Hij speelt in op je gevoelens en zal je willen ontroeren of aan het lachen proberen te maken.

Slide 4 - Slide

Tekstdoel: informeren/uiteenzetten

De schrijver wil zijn kennis met jou (de lezer) delen. Als de tekst de lezer ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting.

Slide 5 - Slide

Tekstdoel: overtuigen
De schrijver wil dat jij zijn standpunt/mening overneemt. Hij zal argumenten voor zijn standpunt geven om je te overtuigen.

Slide 6 - Slide

Tekstdoel: activeren
Als een schrijver wil dat je iets gaat doen. Hij wilt dat je actie onderneemt. 

Slide 7 - Slide

Tekstdoel: instrueren
Je leert hoe je iets moet doen

Slide 8 - Slide

Fictie of non-fictie?

Slide 9 - Slide

Non-fictie
Het doel van de schrijver is:
- informatie geven over een bepaald onderwerp;
- overtuigen
- uitleg geven over hoe je iets moet doen.

Slide 10 - Slide

Fictie
De schrijver wil:
- dat zijn verhaal met plezier gelezen wordt (amuseren)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 13 - Quiz


fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quiz

Is een boek van Harry Potter realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch

Slide 16 - Quiz

Opdrachten maken:
- Boek blz. 64: opdrachten 1 en 2

 

Slide 17 - Slide