Nieuw Nederlands H1 Woordenschat



1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Slide 1 - Slide

Leerdoelen
-Je kent een aantal woordraadstrategieën
-Je weet hoe je met een woordenboek om moet gaan. 

Slide 2 - Slide

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem;
  • omschrijving;
  • voorbeeld;
  • tegenstelling;
  • bekend woorddeel.

Slide 3 - Slide

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
Exact - Precies
vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 4 - Slide

Wat is een synoniem voor introductie?
A
Start
B
Inleiding
C
Interne productie

Slide 5 - Quiz

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving (definitie) van het woord.
- Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
- Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 6 - Slide

Wat het verschil tussen een synoniem en een omschrijving?

Slide 7 - Open question

Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
  • Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem, zo.
  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


Slide 8 - Slide

'Ik heb drie biljetten van 50 euro.'
Wat denk je dat het woord 'biljet' betekent?
A
bon
B
briefje
C
munt

Slide 9 - Quiz

Woordraadstrategie een tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.
  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.
  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.

Bijvoorbeeld:

Goedkoop - duur

Begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 10 - Slide

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.

  • Samenstellingen

Bijvoorbeeld:

Lolbroek

Kletskous

Internetverslaafde

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren 




Slide 12 - Slide

Oefenen
Maak nu opdracht 1 t/m 3 uit je boek 

20 min

Slide 13 - Slide