H9 herhaling §4-5-6

H9: criminaliteit 
Herhaling §4-5-6
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with text slides.

Items in this lesson

H9: criminaliteit 
Herhaling §4-5-6

Slide 1 - Slide

Vandaag 
  • Terugblik
  • lesdoel  
  • instructie 
  • begeleid inoefenen 
  • zelfstandig werken 
  • evaluatie/huiswerk 
 

 Herhaling 

Samenvatting + begrippenlijst
Hoe ging de les? 

Slide 2 - Slide

terugblik 
herhaling §1-2-3

Slide 3 - Slide

Lesdoel 
Je weet beter waar je nog aandacht aan moet besteden voor de toets 

Slide 4 - Slide

instructie 
verdachte = wanneer de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan/als er een redelijk vermoeden van schuld is. 
§4

Slide 5 - Slide

instructie 
Wanneer je verdachte bent, mag de politie verschillende dingen doen: 
1. fouilleren 
2. arresteren 
3. je huis doorzoeken 

Slide 6 - Slide

instructie 
proces-verbaal= een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte 

Slide 7 - Slide

instructie 

Wanneer je een licht misdrijf pleegt en jonger bent dan 18 jaar, stuurt de politie je naar bureau Halt (Het ALTernatief). 

Als je een ernstig misdrijf begaat,  gaat het proces-verbaal  naar de officier van Justitie. 

Slide 8 - Slide

instructie 
De officier van Justitie kan 3 dingen doen met de zaak: 
1. seponeren 
 

Slide 9 - Slide

instructie 
De officier van Justitie kan 3 dingen doen met de zaak: 
1. seponeren 
de verdachte komt niet voor de rechter en krijgt geen straf 

vaak gebeurt dit als er niet genoeg bewijzen zijn, of als de verdachte al genoeg gestraft is (bijvoorbeeld van school gestuurd/baan verloren) 

Slide 10 - Slide

instructie 
De officier van Justitie kan 3 dingen doen met de zaak: 
1. seponeren 
2. strafbeschikking 

Slide 11 - Slide

instructie 
De officier van Justitie kan 3 dingen doen met de zaak: 
1. seponeren 
2. strafbeschikking 

de OvJ geeft zelf een straf, meestal een taakstraf of boete. De verdachte komt niet voor de rechter. 
meestal bij kleine misdrijven, zoals iets vernielen 

Slide 12 - Slide

instructie 
De officier van Justitie kan 3 dingen doen met de zaak: 
1. seponeren 
2. strafbeschikking 
3. vervolgen 

Slide 13 - Slide

instructie 
De officier van Justitie kan 3 dingen doen met de zaak: 
1. seponeren 
2. strafbeschikking 
3. vervolgen 

de OvJ brengt de verdachte voor de rechter. Het dossier gaat naar de rechtbank en er komt een rechtszaak. 

Slide 14 - Slide

instructie 

Slide 15 - Slide

Wanneer ben je schuldig? 
1. gaat het om een strafbaar feit? 
2. heeft de verdachte het gedaan? 
3. is de verdachte toerekeningsvatbaar? 
- ontoerekeningsvatbaar 

Slide 16 - Slide

instructie 
Welke soorten straffen zijn er? 

Slide 17 - Slide

instructie 
Welke soorten straffen zijn er? 
1. hoofdstraffen 

bijvoorbeeld een geldboete, gevangenisstraf of taakstraf 

Slide 18 - Slide

instructie 
Welke soorten straffen zijn er? 
1. hoofdstraffen 
2. bijkomende straffen 

een straf die met het delict te maken heeft. Bijvoorbeeld: rijbewijs inleveren bij dronken rijden.

Slide 19 - Slide

instructie 
Welke soorten straffen zijn er? 
1. hoofdstraffen 
2. bijkomende straffen 
3. maatregelen 

bijvoorbeeld tbs 

Slide 20 - Slide

instructie 
Wat zijn de doelen van straffen? 

Slide 21 - Slide

instructie 
Wat zijn de doelen van straffen? 
1. afschrikking 

Slide 22 - Slide

instructie 
Wat zijn de doelen van straffen? 
1. afschrikking 
2. gedrag verbeteren 


Slide 23 - Slide

instructie 
Wat zijn de doelen van straffen? 
1. afschrikking 
2. gedrag verbeteren 
3. de samenleving veiliger maken 


Slide 24 - Slide

instructie 
Wat zijn de doelen van straffen? 
1. afschrikking 
2. gedrag verbeteren 
3. de samenleving veiliger maken 
4. wetten en regels van de rechtsstaat naleven 


Slide 25 - Slide

instructie 
Wat zijn de doelen van straffen? 
1. afschrikking 
2. gedrag verbeteren 
3. de samenleving veiliger maken 
4. wetten en regels van de rechtsstaat naleven 
5. wraak 

Slide 26 - Slide

instructie 
Wat is repressie? 


Wat is preventie? 
onderdrukken. Handelen na het delict 
voorkomen van criminaliteit. Handelen voor het delict 

Slide 27 - Slide

zelfstandig werken 
Maak de samenvattingen en begrippenlijsten van §4, 5 en 6. Klaar? ga nakijken 

werk zelfstandig, in stilte. 
Als je vragen hebt steek je je hand op. 

Slide 28 - Slide

Evaluatie/huiswerk 

hoe ging de les? 
ben je klaar voor het PW? 

huiswerk: PW H9! 

Slide 29 - Slide