2.1-2.4 (28-3-2022)

  • Kapitel 4: Freizeit!
  • Lernliste, Plauderecke, Slim Stampen
  • Grammatik + Doel?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

  • Kapitel 4: Freizeit!
  • Lernliste, Plauderecke, Slim Stampen
  • Grammatik + Doel?

Slide 1 - Slide

Herzlich Wilkommen!

Slide 2 - Slide

Der Plan:

1: Vor die WO2-Woche?

2: Kapitel 4 > Intro

3: Zelf werken / uitleg.

4: Morgen.....

Slide 3 - Slide

GT: Grammatik
1: Bezittelijke voornaamwoorden:
> Mijn (mein-), jouw (dein-), zijn (sein-), haar (ihr-)
> Zelfde als ein- / kein- !

2: Werkwoorden met stam eindigend op -d / -t
Antwort (Antworten) /  Red  (reden)
> "Tussen-e"    >  Du Antwortest
> (3 personen (du/er-sie-es/ihr) krijgen een "tussen-e"

Slide 4 - Slide

Mein- (v) Schule
A
Mein
B
Meine

Slide 5 - Quiz

onze kinderen (mv)

unser- Kinder
A
unsere
B
unser

Slide 6 - Quiz

"Reden"

Hij praat = Er red......
A
redt
B
redet
C
redst

Slide 7 - Quiz

Jij antwoord

Du antwort.....
A
antwortest
B
antwortst
C
antwortet
D
antworten

Slide 8 - Quiz

Basis - Kader: Grammatik
1: Getallen van 21 - 100, 1000 en 1 miljoen (+ tot 21!)
21: einundzwanzig
60: sechzig
1.000.000: eine Million

2: Regelmatig werkwoord ((fe)esttenten)
> Werkwoorden naar de stam: Schreiben > Schreib
> Persoon met vaste uitgang: Ich + -e / du + -st / .....
> Ich schreibe  Du schreibst

Slide 9 - Slide

zesentwintig : 26

Duits?
A
Sechszwanzig
B
sechsundzwanzig
C
sechsunddreißig

Slide 10 - Quiz

duizend : 1000

Duits?
A
Duuzend
B
Tûsend
C
Tausend

Slide 11 - Quiz

Wonen > Ik woon

Ich wohn......
A
(ich = +e) wohne
B
(ich = +st) wohnst
C
(ich = + en) wohnen

Slide 12 - Quiz

schreiben > Hij schrijft

Er schreib.......
A
(er/sie/es + s) schreibs
B
(er/sie/es + t) schreibt

Slide 13 - Quiz