Ademhalingsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Oefenvragen:
Heeft de uitgeademde lucht een andere samenstelling dan de ingeademde lucht?

1. ja
2. nee

Ademhalingsstelsel

Ademhalingsstelsel

Lesdoelen

• Aan het einde van de les weet je de bouw en functie van het ademhalingsstelsel
  
• Aan het einde van de les weet je welke organen bij het ademhalingsstelsel horen. 
  

Ademhalen

- De lucht die we inademen gaat via de neus- of mondholte naar de      keelholte.

- Vervolgens langs het strottenhoofd de luchtpijp in

- De luchtpijp vertakt zich in 2 bronchiën die naar

de longen leiden  

- Aan het einde van de bronchiën zijn er long-

blaasjes, hier wordt het zuurstof uiteindelijk 

overgedragen aan het bloed (gas uitwisseling). 

Neusholte

De neusholte is het eerste deel van het ademhalingsstelsel waar ingeademde lucht binnenkomt

De neusholte wordt bekleed door een slijmvlies met trilharen. 

Neusharen zorgen ervoor dat ziekteverwekkers en stofdeeltjes worden gezuiverd

Wat is beter? Door je neus ademen of door je mond ademen

1. Neus
2. Mond

Keelholte

Ingeademde lucht komt vervolgens in de keelholte. Ook voedsel komt door de keelholte.

Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je slikt.

Soms verslik je je waardoor

er voedsel in je neusholte

of luchtpijp komt.

Het strotklepje sluit de neusholte af als je slikt.

Luchtpijp en longen

• Vanuit de keelholte komt de ingeademde lucht in de luchtpijp
• De luchtpijp staat altijd open door kraakbeenringen

Bronchiën en luchtpijptakjes

Luchtpijp splitst in twee bronchiën

De bronchiën vertakken zich in steeds

kleinere buisjes tot luchtpijptakjes

Verschil bronchiën en luchtpijptakjes:

De bronchiën worden open gehouden met

kraakbeenringen, de luchtpijptakjes met

kleine spiertjes

Aan het eind van de luchtpijptakjes bevinden zich longblaasjes.

Longblaasjes

De Bronchiën lopen verder in de longen

over tot in de longblaasjes.

De longblaasjes zijn dunne bolletjes omringt

door bloedvaten.

Functie: Opname zuurstof in het bloed

In de longblaasjes vind dus gaswisseling plaats.

- Haarvaten om de longblaasjes

Bloed:

- koolstofdioxide uit

- zuurstof in

Een onderdeel van het ademhalingsstelsel is...

1. De ogen
2. De luchtpijp
3. De maag
4. De nieren

In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
Gaswisseling is....

1. Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
2. De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
3. Het wisselen van rode en witte bloedcellen
4. Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed

    Ademhaling

Er zijn twee manieren van ademhalen:

• Ribademhaling (borstademhaling)
• Middenrifademhaling (buikademhaling)
  

Buikademhaling

Ook wel de middenrif ademhaling. 

Buikademhaling bijna altijd bij rustig ademhalen

Diepe ademhaling waarbij je buik uitzet en weer in krimpt.

Borstademhaling

Ook wel ribademhaling.

De spieren van de borst ondersteunen 

de ademhaling. Zij zorgen ervoor dat 

de borstkas op en neer beweegt

- onder andere middenrif

Inademing

Uitademing

Functie ribben

Vormen borstholte

Beschermen hart en longen

Helpen de ademhaling

Tussenribspieren: Voornamelijk de buitenste tussenribspieren helpen je bij de ademhaling.

Ribben

Zijn smalle, platte, gebogen beenstukken die de borstholte vormen. Ze bevatten rood beenmerg en zitten aan de rugzijde met gewrichten vast aan borstwervels. Aan de buikzijde zijn ze met kraakbeen verbonden aan het borstbeen. Er zijn ware en valse ribben.

De samenstelling van de uitgeademde lucht wordt vergeleken met die van de ingeademde lucht.

Bevat de uitgeademde lucht meer of minder koolstofdioxide dan de ingeademde lucht, of is dat evenveel?

1. Meer koolstofdioxide
2. Minder koolstofdioxide
3. Evenveel koolstofdioxide

Afsluiting: ademhalingsstelsel

Taak: zuurstof in je lichaam opnemen

Organen: neusholte, mondholte, luchtpijp, longen

Orgaanstelsel: ademhalingsstelsel

Zijn er nog vragen ?

Toets:

27 mei

oefenvragen:
Wat hoort er niet bij je ademhalingsstelsel?

1. neusholte
2. slokdarm
3. longblaasjes
4. bronchiën