1. Tekstsoorten en Leesstrategieën

DEZE LES
0. Licentie koppelen in Taalblokken: 23-24WKdi2-n3

1.  Theorie over tekstsoorten

2.  Theorie over leesstrategieën

Leerdoelen
- je kent verschillende tekstsoorten
- je kent de vier leesstrategieën
- je kunt de vier verschillende leesstrategieën toepassen bij het lezen van een tekst
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

DEZE LES
0. Licentie koppelen in Taalblokken: 23-24WKdi2-n3

1.  Theorie over tekstsoorten

2.  Theorie over leesstrategieën

Leerdoelen
- je kent verschillende tekstsoorten
- je kent de vier leesstrategieën
- je kunt de vier verschillende leesstrategieën toepassen bij het lezen van een tekst

Slide 1 - Slide

THEORIE
Eerst herhaling van de tekstsoorten, dan theorie over de leesstrategieën.

Daarna via LessonUp de sleepvragen beantwoorden.

Slide 2 - Slide

Instructieve tekst
Een instructieve tekst geeft stap-voor-stap instructies over hoe iets gedaan moet worden, bijvoorbeeld een handleiding voor het bekappen van hoeven. 
Of een recept uit een kookboek. 

Slide 3 - Slide

Informatieve tekst
Een informatieve tekst geeft feitelijke informatie over
een onderwerp, bijvoorbeeld een artikel over de 
anatomie van paardenhoeven.
Of een studieboek. 

Slide 4 - Slide

Verhalende tekst
Een verhalende tekst vertelt een verhaal met personages, gebeurtenissen en een plot, bijvoorbeeld een roman over het leven van een hoefsmid.

Slide 5 - Slide

Activerende tekst
Een activerende tekst spoort de lezer aan om actie te ondernemen, bijvoorbeeld een advertentie voor een nieuwe hoefsmidcursus. Of iets voor jouw auto. Ook een pamflet van een politieke partij valt onder activerende tekst. Je moet op hen stemmen!


Slide 6 - Slide

informeren
activeren
instrueren
nieuwsbericht
reclamefolder
gebruiksaanwijzing
recept
etiketten

Slide 7 - Drag question

De vier manieren waarop je een tekst kunt lezen

Slide 8 - Slide

Verkennend lezen
1. Lees de titel, de eerste en laatste alinea
2. Lees tussenkopjes en vetgedrukte woorden
3. Bekijk (mogelijke) afbeeldingen
4. Probeer de hoofdgedachte te weten te komen: waar gaat de tekst over? 

Wanneer: om te bepalen of de informatie nuttig is of niet.

Slide 9 - Slide

Globaal lezen
Je leest: 
- de eerste en de laatste alinea
- de eerste en laatste zinnen van alle alinea's

Doel: je weet de hooflijnen van de tekst.

Wanneer: als je de koppen doorsnelt van de krant

Slide 10 - Slide

Intensief lezen
Je leest de tekst helemaal.

Je vraagt je af wat de belangrijkste boodschap van de schrijver is.

Wanneer: als je leert of bij een examen

Slide 11 - Slide

Gericht lezen
Ook wel zoekend lezen genoemd.

Je zoekt alleen de gevraagde informatie op: je leest de tekst dus niet helemaal.

Wanneer: waar staat dat ook alweer? 

Slide 12 - Slide

Verkennend lezen
Globaal lezen
Gericht lezen
Intensief lezen
Je kijkt naar de titel, tussenkopjes, afbeeldingen en de bronvermelding
Je leest de hele tekst goed door
Je let op de grote lijn, de hoofdzaken
Je let op een bepaald woord of een naam

Slide 13 - Drag question

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor je opleiding moet je een verslag schrijven. Je hebt op internet een tekst gevonden. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over werkwoordspelling. Je leest de theorie in je (online) boek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de openingstijden. Je bezoek de website van het pretpark.
Verkennend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Gericht lezen

Slide 14 - Drag question

STARTUP
Je kunt nu de StartUp doornemen en eraan werken tot het einde van het lesuur. 

Slide 15 - Slide

OEFENEN
Als je bent ingelogd op Taalblokken en je gekoppeld bent met 23-24WKdi2-n3, dan staan de opdrachten op de volgende slide

Heb je nog geen licentie, regel dat dan vóór de volgende les. 
Je kunt nu doorgaan met de StartUp.

Slide 16 - Slide

TAALBLOKKEN
> Nederlands 2F
> Bouwstenen
> 01. Tekstsoorten
> Voorbeeld en theorie: je begint altijd met de theorie op pagina 3. Dan maak je de opdrachten op pg 1 en 2. 

> Vervolgens maak je de tussentoets (oud). Onthoud het cijfer dat je haalt, dat wordt niet geregistreerd, maar dat is om te kijken wat je nog kunt bijspijkeren, voordat je de uiteindelijke, 'echte' toets gaat maken. 

Heb je een vraag, of wil je iets uitgelegd? Steek je hand op, ik kom naar je toe. 

Slide 17 - Slide

EINDE VAN DE LES

Slide 18 - Slide