2-File 5 Buy me - 6 t/m I 3 + Irregular Verbs list

Welcome 
Buy Me File 5
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome 
Buy Me File 5

Slide 1 - Slide

Waar ging de les gisteren over?

Slide 2 - Slide

Degrees of comparison
  1. fast    ( adjective=bijv.nw)
  2. faster than    (comparative = vergelijking> than)
  3. the fastest (superlative = overtreffen)

    Let op lange woorden ( 3 of meer lettergrepen)
  4. beautiful/ more beautiful than/ the most beautiful
  5.  good / better/ best ..... bad/worse/ the worst...

Slide 3 - Slide

Doel:
  • Revision Irregular Verbs File 5
  • You are going to read a text about advertisements and commercials

Slide 4 - Slide

Irregular verbs
Irregular verbs 

Slide 5 - Slide

Wat is nou eigenlijk een irregular verb?

Slide 6 - Open question

Wat is de Past Simple in het Nederlands?

Slide 7 - Open question

Wat is de Present Perfect in het Nederlands?

Slide 8 - Open question

Welk werkwoord hoort er altijd bij de Present Perfect

Slide 9 - Open question

Werkwoorden Past simple and Present Perfect
  1. regular verbs = gewone (zwak werkwoord) + ed
    en
  2. irregular verbs = verandert van vorm (sterk werwoord) 

Slide 10 - Slide

Regular vs. Irregular???
         Regular verbs (+ed)            Irregular verbs
           Walk -> walked                      feel -> felt
            Play -> played                        give -> gave
            work -> worked                    write -> wrote

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Past Simple
              Verleden tijd = voorbij
Key words: Yesterday/..years ago/ last monday
Form: ww+ed   of   2de rij (van lijst)
  1. He walked 10 miles yesterday. (to walk)
  2. He bought some milk on Monday. (to buy)
Make a note

Slide 13 - Slide

Present Perfect
In het verleden gebeurt en nog steeds van toepassing.
(Voltooid deelwoord)
  • Key words: For/Yet/Never/Ever/Just/Always/Since
  • Onderwerp + have/has: ww+ed of 3de rij irregular verbs

  1. They have walked to school since they were 5 years old.
  2. He has been in love with her for 30 years now.
Make a note

Slide 14 - Slide

Opdr. 6 t/m 9 + 10 t/m 13 (Adj./Adv.)                                              below

Slide 15 - Slide

adjectives= bijvoegelijk nw
Een adjective = een bijvoegelijke naamwoord. Het zegt wat over iets of iemand.
Je kunt ze in het Engels op 2 plaatsen tegenkomen.
  1. Voor een NOUN (zelfstandignaamwoord = iets of iemand)
  2. Na een vorm van To Be = zijn (am/is/are/was/were)

    He smiles at his beautiful wife.       OR       His wife is beautiful

Slide 16 - Slide

Make File 5
- OPDR. 6 t/m 8 

- OPDR. 9 t/m 13
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Adjectives
Can you think of an adjective?

Slide 19 - Slide