This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Steden en staten
5.1 Woonplaats en werkplaats
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Ik kan de oorzaken uitleggen van het feit dat rond 1000 n.C. mensen opnieuw in steden gaan wonen.
Ik kan verklaren waarom rond 1000 n.C opnieuw geldhandel ontstond.
Ik kan uitleggen waarom ambachtslui zich in de Middeleeuwen verenigden in gilden.
Ik kan uitleggen waarom handelssteden zich gingen verenigen in de Hanze.
Slide 2 - Slide
In de tijd van Grieken en Romeinen was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving
Slide 3 - Quiz
In de tijd van Monniken en Ridders was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving
Slide 4 - Quiz
Hoe kwam het dat er geen steden meer waren?
Slide 5 - Open question
Platteland en stad
Voor 1000 n.C.
voor de tijd van steden en staten:
- hofstelsel
- landbouwsamenleving
- grootste deel van de bevolking
was (horige) boer.
Slide 6 - Slide
platteland en stad:
vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:
Boeren gaan moerasgebieden droogleggen door sloten te graven. Ook kapten ze bossen. Zo kwam er meer ruimte voor akkers.
Boeren gingen een andere ploeg gebruiken.
gevolg: Grotere oogst, meer voedsel, mensen leven langer, bevolking groeit.
Slide 7 - Slide
platteland en stad:
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten.
knooppunten van land- en waterwegen.
bij een kasteel of een klooster
Hierdoor groeit de handel.
Slide 8 - Slide
platteland en stad:
De groeiende landbouwproductie had ook uitbreiding van de nijverheid tot gevolg. Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. een ambacht uitoefenen.
Slide 9 - Slide
platteland en stad
handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.
Dit noemen we verstedelijking
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat valt je op? Waar ontstaan de eerste steden?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wat valt je op aan de verschillende kaarten?
Slide 16 - Open question
De geldeconomie:
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.
Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.
Slide 17 - Slide
Aan de slag:
bekijk het filmpje over handel en ambachten (dia aan het einde van de gedeelde les)
Maak van je methode (5.1) opdr. 1t/m 3
Werk aan de bouw van je stad, opdracht op de volgende dia