10.3 de ogen

Hoofdstuk 10: Zintuigen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 10: Zintuigen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

-Herhalen
-Uitleg bs 10.3/10.4/10.5 Het oog
Aan het (huis)werk

Slide 2 - Slide

Zintuigen
Prikkels
licht
zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig
smaak zintuig
warmte zintuig
muziek luisteren
vieze sokken ruiken
vuurwerk kijken
Een klap voelen
snoep proeven

Slide 3 - Drag question

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 4 - Drag question

Wat is een adequate prikkel
A
een goede prikkel
B
een kwade prikkel
C
de prikkel die bij het zintuig past
D
de prikkel die bij het oog past

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
-Je kunt de werking van zintuigen beschrijven
-Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en  het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.

-Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn. 

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 6 - Slide

Zintuigenstelsel
= Alle zintuigen samen noem je het zintuigenstelsel.


Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving. (Voor iedere prikkel heb je een specifiek zintuig)


Slide 7 - Slide

 Van prikkel tot waarneming
  1. De signalen die je zintuigen opmerken, noem je prikkels
  2. Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
  3. Impulsen worden naar je grote hersenen gebracht om ze te verwerken. – Je wordt je bewust van de prikkels: je neemt waar.

Slide 8 - Slide

Wanneer een impuls?
Er ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is. 

De zwakste prikkel die een impuls geeft, noem je de drempelwaarde.

Elk type zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel dit noem je adequate prikkel

Slide 9 - Slide

Niet-adequate prikkels
Een zintuig kan ook op een niet-adequate prikkel reageren. 

De drempelwaarde hiervoor ligt veel hoger. 

De plaats waar de impulsen in de grote hersenen aankomen, bepaalt welke waarneming je doet.

Slide 10 - Slide

Waarnemingen
Je kan je drempelwaarde voor een prikkel beïnvloeden:

-gewenning
-motivatie
-verwerkingstijd

Slide 11 - Slide

Wanneer ontstaan impulsen?
Alleen als een prikkel sterk genoeg is.

Drempelwaarde = de laagste prikkelsterkte waarbij een impuls ontstaat. (zwakkere prikkels --> geen impulsen)
 


Slide 12 - Slide

Wanneer ontstaan impulsen?
Adequate prikkel = elk type zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel. 

Niet-adequate prikkel = zintuigcellen kunnen ook op andere, niet-adequate prikkels reageren. (Drempelwaarde is veel hoger. ) Bijvoorbeeld: Sterretjes zien als je hard op je oog wordt geslagen. 



Slide 13 - Slide

De drempelwaarde is niet altijd even hoog. 

Je waarneming wordt beïnvloed door:
- GEWENNING - Wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, 
ontstaan in de zintuigcellen minder impulsen.

- MOTIVATIE - Bepaalt of je reageert op een prikkel. 
Bij een hoge motivatie daalt de drempelwaarde.

- HERSENEN - Je hersenen verwerken niet alle prikkels even snel. 

Slide 14 - Slide

Aantekening
Adequate prikkel: een zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel. 
Drempelwaarde: de laagste prikkelsterkte waarbij een impuls ontstaat.
Waarneming: wordt beïnvloed door gewenning, motivatie en snelheid van de verwerking in de hersenen.

Slide 15 - Slide

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 16 - Drag question

Zintuigen
Prikkels
licht
zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig
smaak zintuig
warmte zintuig
muziek luisteren
vieze sokken ruiken
vuurwerk kijken
Een klap voelen
snoep proeven

Slide 17 - Drag question

Aan het (huis)werk

Mk bs 10.1: opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 9
















Slide 18 - Slide