Personalpronomen: Dativ und Akkusativ

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De Nominativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp (WIE + pv?) is van de zin.

Slide 2 - Slide

De Akkusativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het lijdend voorwerp (WAT+pv+onderwerp?) is van de zin.

Slide 3 - Slide

De Dativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het meewerkend voorwerp (AAN WIE/VOOR WIE +pv+ond+lv?) is van de zin.

Slide 4 - Slide

Dativ oder Akkusativ?
Ich telefoniere .... (hem).
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 5 - Quiz

Dativ oder Akkusativ?
Ich bringe .... (haar) das Buch.
A
sie
B
ihr
C
Sie

Slide 6 - Quiz

Dativ oder Akkusativ?
Ich lade .... (jou) zu meinem Geburtstag ein.
A
dich
B
du
C
dir

Slide 7 - Quiz

Dativ oder Akkusativ?
Erzählst du .... (mij) von deinem Urlaub?
A
mich
B
mir
C
ich

Slide 8 - Quiz

Dativ oder Akkusativ?
Was kann ich .... (u) geben?
A
Sie
B
Ihnen
C
ihnen

Slide 9 - Quiz

Dativ oder Akkusativ?
Ich sehe .... (haar) heute abend!
A
ihr
B
ihnen
C
sie

Slide 10 - Quiz

Dativ oder Akkusativ?
Ich wünsche .... (jullie) viel Erfolg!
A
ihr
B
sie
C
euch

Slide 11 - Quiz