(draft) 2.4 Het Christendom ontstaat

SO Romeinen 
Schrijf op in je BAM: woensdag 17 januari SO Romeinen paragraaf 2.2 t/m 2.4
Telt 1 keer mee 

Neem je chromebook mee! Toets in Lesson Up 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

SO Romeinen 
Schrijf op in je BAM: woensdag 17 januari SO Romeinen paragraaf 2.2 t/m 2.4
Telt 1 keer mee 

Neem je chromebook mee! Toets in Lesson Up 

Slide 1 - Slide

De Romeinse samenleving had een
A
ruileconomie
B
geldeconomie

Slide 2 - Quiz

Wat was de laagste laag in de Romeinse samenleving?
A
De vrije boeren
B
De nobiles
C
De proletariërs
D
De slaven

Slide 3 - Quiz

Noem 2 zaken die de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen

Slide 4 - Open question

2.4 Het Christendom ontstaat
tekstboek bladzijdes 97 t/m 103 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond
  • Je kunt beschrijven hoe het christendom zich verspreidde in het Romeinse Rijk
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen omgingen met het christendom  

Slide 6 - Slide

Op een rijtje...
Polytheïsme
Monotheïsme
Geloof in meerdere goden
Geloof in één god
-Grieken
-Romeinen
-Egyptenaren
-Jodendom
-Christendom

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Andere religies in het Romeinse rijk
Bevolking mocht eigen geloof behouden
De meesten (Bataven en andere Germaanse
volkeren) waren polytheïstisch

--> Bevolking Judea was dat niet.
--> Monotheïsme = geloof in 1 god

 

Slide 9 - Slide

Het jodendom
  • 1 god, Jahweh
  • Romeinse provincie Judea (joden)
  • Geloven niet in een leven na de dood.
  • De verlosser moet nog komen.
  • Leven naar de 10 geboden van Mozes.
  • Tenach

Slide 10 - Slide

Het christendom
  • Begint als onderdeel van het Jodendom.
    -Tenach van Joden = Oude Testament
    -Jezus is geboren = Nieuwe Testament
--> Samen heet dit de Bijbel
  • Dezelfde God als de Joden
  • Volgers worden christenen genoemd

Slide 11 - Slide

Idealen van het christendom
  • Iedereen is gelijk in de ogen van God.
  • Er is een hiernamaals (leven na de dood).
  • Iedereen heeft een plek in het koninkrijk van God. Je moet wel een goed leven leiden 


Slide 12 - Slide

5 kenmerken christendom
  1. Christenen geloven in één god.
  2. de verhalen over Jezus en zijn ideeën staan in het heilige boek van de christenen: de Bijbel.
  3.  christenen houden zich aan tien leefregels (10 geboden), bijvoorbeeld niet stelen en niet liegen. Deze regels hebben de christenen overgenomen van de joden.
  4. het geloof in eeuwig leven na de dood.
  5. Christenen komen samen in een gebouw om te bidden. Dat gebouw heet een kerk.

Slide 13 - Slide

Geloven in één god
  • Bijzonder geloof, omdat:
  • monotheistisch geloof: geloven in één god.
  • heilige boeken.
  • eigen leefregels.
  • Geloofden in een verlosser.

Slide 14 - Slide

Het christendom
  • In de tijd van keizer Augustus leefde in Judea een Joodse man:
  • Jezus van Nazareth.

Slide 15 - Slide

Jezus van Nazareth
  • Vertelde aan de mensen dat ze menslievend, verdraagzaam, vergevingsgezind, vrijgevig en eenvoudig moesten zijn.
  • Hij vertelde ook over de hemel.

Slide 16 - Slide

Het christendom
  • Sommige Joden zagen Jezus als de verlosser, gestuurd door God, en volgden hem.
  • Ze gaven Jezus de naam Christus (gezalfde/koning)
  • Noemden zich christenen

Slide 17 - Slide

Het christendom
  • Zo ontstond er een nieuw geloof: het christendom.
  • Sommige Joodse leiders vonden Jezus een onruststoker: bedreiging voor hun positie.

Slide 18 - Slide

Het christendom
  • Ze klaagden over Jezus bij de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus.
  • Jezus werd gearresteerd en gekruisigd in het jaar 33

Slide 19 - Slide

Huiswerk 
Lezen van paragraaf 2.4 stuk tekst 'Joden en christendom' op bladzijde 98 tekstboek 

Maken van paragraaf 2.4 in je DIGITALE werkboek vraag 2, 3 en 4 

Slide 20 - Slide

Het christendom is een polytheïstische godsdienst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Voor Christenen is de Bijbel het belangrijkste boek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond
  • Je kunt beschrijven hoe het christendom zich verspreidde in het Romeinse Rijk
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen omgingen met het christendom  

Slide 23 - Slide

Christendom in het Romeinse rijk


  • Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
  • De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.

Slide 24 - Slide

Christenvervolgingen Romeinse rijk
  • Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
  • Christenen weigerden (net als de joden) om de Romeinse keizer te vereren 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!
  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...

Slide 25 - Slide

Vervolgingen
  • Onder keizer Nero begonnen (54 - 68).
  • Christenen werden gekruisigd, verbrand en voor de leeuwen gegooid.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Constantijn de Grote

  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft.
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Slide 28 - Slide


  • ...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen.
  • Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen in het jaar 313



Slide 29 - Slide

Keizer Constantijn
  • Liet kerken bouwen.
  • Benoemde christenen in bestuursfuncties.
  • Ging zelf ook als christen leven.
  • Na zijn dood werd het christendom steeds belangrijker.

Slide 30 - Slide

Staatsgodsdienst
  • In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden.
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
  • Iedereen die niet christen is, wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.

Slide 31 - Slide

Huiswerk 
Lezen van paragraaf 2.4 stuk tekst op bladzijde 99 en 100 en stuk tekst op bladzijde 101 

Maken van paragraaf 2.4 in je DIGITALE werkboek vraag 5 t/m 9 

Slide 32 - Slide