4.1 t/m 4.3

Vak: Economie en ondernemen
Hoofdstuk: 4 Commercieel handelen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3. 
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Vak: Economie en ondernemen
Hoofdstuk: 4 Commercieel handelen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3. 
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van economie voor je en je IPad. Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 




Huiswerk controle.




Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je wat commercieel handelen is
- weet je wat wordt bedoeld met assortiment
- ken je het verschil tussen goederen, diensten en producten.


Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand



Doe allemaal mee met de mini-check.

Slide 4 - Slide

Wat houdt een win-win situatie in?
A
Dat men altijd voor zichzelf het beste ergens uithaalt
B
Dat men ervoor zorgt dat zowel deze persoon zelf als de ander er iets goeds uithalen
C
Dat men altijd wint, iedere keer weer
D
Dat men ervoor zorgt dat de ene keer de persoon zelf en de andere keer de ander er iets goeds uithaalt

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van commercieel handelen?
A
Zoveel mogelijk geld willen verdienen
B
De klant zo veel mogelijk laten betalen
C
De verkoper en de klant allebei tevreden zijn
D
De klant in ieder geval tevreden is, het maakt niet uit of de verkoper er iets aan verdient

Slide 6 - Quiz

Een assortiment bestaat uit:
A
Alle goederen en diensten die een bedrijf aanbiedt.
B
Alle goederen die een bedrijf aanbiedt.
C
Alle diensten die een bedrijf aanbiedt
D
Alle goederen en diensten die een bedrijf kan aanbieden

Slide 7 - Quiz

Een schoenwinkel verkoopt schoenen, veters en schoensmeer en biedt schoenreparaties aan.
A
De schoenwinkel biedt alleen diensten aan
B
De schoenwinkel biedt alleen goederen aan
C
De schoenwinkel biedt goederen en diensten aan
D
De schoenwinkel biedt goederen (schoenen) aan, en veters, schoensmeer en schoenreparaties als diensten.

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je 3/4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 4.01 t/m 4.06 op blz. 117 t/m 123


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie 
Open je boek op bladzijde 117.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

5. Begeleid inoefenen 
Vind je het nog lastig? -->
Dan maken we samen opdracht 4.03.

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 4.01 t/m 4.06 op blz. 117 t/m 123




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.
Daarna ga je in stilte wat voor jezelf doen. 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Lesdoelen:
- weet je wat commercieel handelen is?
- weet je wat wordt bedoeld met assortiment?
- ken je het verschil tussen goederen, diensten en producten?


Slide 16 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Dinsdag 30 januari
4.1 t/m 4.3 opdracht 4.01 t/m 4.06 


Toetsen LJ1: 
-



Slide 17 - Slide