Les 12: laatste les voor het proefwerk

• Frans
• Middelbare school

tl/havo-1 chapitre 5

In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug. Je kan eerst de uitleg lezen, daarna kun je een aantal opdrachten gaan maken.
Aan het einde zie je wat je op het proefwerk kunt verwachten.

Probeer alle vragen te beantwoorden, zodat ik je deze les ook nog kan helpen!

Je revise: 
het bijvoeglijk naamwoord

Dit grammatica-onderdeel gaat over het bijvoeglijk naamwoord.

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld: een rode fiets.

Je leert hiervoor een basisschema, maar er zijn ook een aantal uitzonderingen die je moet kennen!

Je revise: 
het basisschema

Je revise: 
2 uitzonderingen!

Optie 1: eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een –e? Dan hoeft er bij het vrouwelijk enkelvoud geen extra –e bij!

Voorbeeld:

Le pantalon est rouge

La jupe est rouge

Optie 2: eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een –s? Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra –s bij!

Voorbeeld:

Le cabriolet est gris

 Les cabriolets sont gris

Je revise: 
de onregelmatige vormen.

De volgende 3 bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige, vrouwelijke vorm. Leer ze dus goed!

Il est beau | Elle est belle | Hij/Zij is mooi

Il est nouveau |Elle est nouvelle | Hij/Zij is nieuw

Il est vieux |Elle est vieille |Hij/Zij is oud

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

L’actrice a les cheveux (noir) ___________________.

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

Elle porte une chemise (bleu) ___________________.

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

Je trouve qu’elle est très (beau) ___________________.

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

Son pull est (nouveau) ___________________.

Je révise: les nombres
0 t/m 2000

We gaan leren tellen in het Frans!

We gaan dit hoofdstuk uitbreiden, dus we gaan tellen van 0 t/m 2000.

Neem de volgende slides over in je aantekeningenschrift, doe dat wel op precies dezelfde manier!

Dat helpt je namelijk voor SO en proefwerk :)!

Je révise: les nombres (0 t/m 2000)
70-79

70 is in het Frans 60+10, enzovoorts.

70 : soixante-dix          (60+10)

71 : soixante-onze        (60+11)

72 : soixante-douze     (60+12)

73 : soixante-treize     (60+13)

74 : soixante-quatorze (60+14)

75 : soixante-quinze    (60+15)

76 : soixante-seize      (60+16)

77 : soixante-dix-sept  (60+17)

78 : soixante-dix-huit   (60+18)

79 : soixante-dix-neuf  (60+19)

Je révise: les nombres (0 t/m 2000)
80-89

80 in het Frans is 4x20, enzovoorts..

80 : quatre-vingts            (4x20)

81 : quatre-vingt-un         (4x20+1)

82 : quatre-vingt-deux     (4x20+2)

83 : quatre-vingt-trois     (4x20+3)

84 : quatre-vingt-quatre  (4x20+4)

85 : quatre-vingt-cinq     (4x20+5)

86 : quatre-vingt-six       (4x20+6)

87 : quatre-vingt-sept     (4x20+7)

88 : quatre-vingt-huit     (4x20+8)

89 : quatre-vingt-neuf    (4x20+9)

Je révise: les nombres (0 t/m 2000)
90-99

90 in het Frans is 4x20+10, enzovoorts..

90: quatre-vingt-dix          (4x20+10)

91 : quatre-vingt-onze       (4x20+11)

92 : quatre-vingt-douze     (4x20+12)

93 : quatre-vingt-treize     (4x20+13)

94 : quatre-vingt-quatorze (4x20+14)

95 : quatre-vingt-quinze    (4x20+15)

96 : quatre-vingt-seize      (4x20+16)

97 : quatre-vingt-dix-sept  (4x20+17)

98 : quatre-vingt-dix-huit   (4x20+18)

99 : quatre-vingt-dix-neuf  (4x20+19)

Je révise: les nombres (0 t/m 2000)
de honderd- en duizendtallen

100 : cent

150 : cent cinquante

200 : deux cents

1000 : mille

2000 : deux mille

Schrijf het volgende bedrag op als cijfer.

soixante et onze euros quinze

Schrijf het volgende bedrag op als cijfer.

quatre-vingt-un euros

Schrijf het volgende bedrag op als cijfer.

trois cents euros quatre-vingts-onze

Schrijf het volgende bedrag op als cijfer.

soixante-trois euros

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

onze

Je révise: 
de toekomende tijd

Tot nu toe hebben jullie alle werkwoorden in de présent geleerd.

Nu leren jullie ook de toekomende tijd.

Hier heb je 2 dingen voor nodig.

1: de juiste vorm van het werkwoord aller

2: een heel werkwoord

Je révise: de toekomende tijd
het werkwoord 'aller' (gaan)

Het werkwoord ‘aller’ (gaan) is, net als in het Nederlands, onregelmatig. Leer onderstaand rijtje dus goed!

je vais                ik ga

tu vas                jij gaat

il/elle/on va        hij/zij/men gaat

nous allons         wij gaan

vous allez           u gaat/jullie gaan

ils/elles vont       zij gaan (meervoud)

Je révise: de toekomende tijd
hoe maak ik zo'n tijd?

Net als in het Nederlands, plak je achter het werkwoord ‘aller’ en heel werkwoord om de toekomende tijd te maken.

Voorbeelden

Je vais acheter un nouveau jean

(Ik ga een nieuwe broek kopen)

Nous allons habiter à Paris

(Wij gaan in Parijs wonen)

Zet de volgende zin in de futur.

Mes copains et moi, on visite la Tour Eiffel.

Zet de volgende zin in de futur.

Nous achetons des tickets.

Zet de volgende zin in de futur.

Après, j’entre dans une boutique de souvenirs.

Zet de volgende zin in de futur.

Tu déteste les souvenirs?

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (1)

Opdracht 1: luistervaardigheid
- Meerkeuzevragen bij een luisterfragment.

Opdracht 2: vocabulaire
- Onderstreep het juiste woord in de zin.
- Vertaal de woorden tussen haakjes in het Frans.

Opdracht 3: grammaire

- Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord.

- Zet het onderstreepte werkwoord in de futur (toekomende tijd)
- Schrijf de getallen op in cijfers!

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (2)

Opdracht 4: phrases clés

- Vertaal de zinnen in het Frans.

- Kijk naar het paspoort. Schrijf drie Franse, hele zinnen op met deze informatie.

- Hoe zeg je in het Frans....

Opdracht 5: leesvaardigheid

- Meerkeuze- en open vragen bij een leestekst.

Zijn er nog vragen?

Dit is de laatste kans om ze te stellen!

Bespreken: so chapitre 5, 
deel 2

- De goede antwoorden komen op het bord te staan.

- Controleer aan het einde of het puntenaantal klopt.

- Kijk goed na, want ook ik maak weleens een foutje!

Les devoirs

Komende les:
- Proefwerk chapitre 5

Apprendre:
- voca A, B, E, F & G
- grammaire C, F & H
- phrases clés D & I

Tot het einde van de les kan je nog leren!