Les 3 Lodewijk XIV, een absoluut heerser



Geschiedenis
Introductie
H4.1 Lodewijk XIV, een absoluut heerser
Geschiedenis
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Geschiedenis
Introductie
H4.1 Lodewijk XIV, een absoluut heerser
Geschiedenis

Slide 1 - Slide

Leerdoel


Je kunt het begrip absolutisme koppelen aan:
  • Controle adel
  • Nationaal leger
  • Droit divin
  • Edict van Nantes


Slide 2 - Slide

Opkomst van het absolutisme
- Adel is tijdens middeleeuwen heel machtig --> eigen legertjes, privileges veel grond in bezit.
- 16e eeuw zijn er godsdienstoorlogen tussen hugonoten en katholieken.
- Rond 1598 iedereen verplicht katholiek. Maar Hugonoten mogen in honderd steden de baas blijven en eigen kerken hebben.

Slide 3 - Slide

Waarom had Lodewijk XIV een speciale hekel aan de adel?

Slide 4 - Mind map

De adel onder de duim
Alle edelen moesten naar Versailles, want hier kon Lodewijk XIV ze in de gaten houden.

Hij werd ook Zonnekoning genoemd, omdat hij, net als de zon, in het middelpunt stond van alles. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Nationaal leger
  • De oude rangen worden vervangen.
  • Het leger wordt gereorganiseerd.
  • Uiteindelijk wordt het Franse leger het modernst van heel Europa.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waarom zorgt een nationaal georganiseerd leger voor absolutisme?

Slide 9 - Mind map

Edict van Nantes


Het Edict van Nantes werd ongeldig verklaard (1685): de Franse protestanten ( hugenoten ) hadden geen vrijheid van godsdienst meer.


één wet, één geloof (katholiek), één vorst

Slide 10 - Slide

´Droit divin´



Goddelijk recht= Koning is plaatsvervanger van God op aarde

Slide 11 - Slide

Colbertisme
  • Uitgangspunt: Te kort aan edelmetaal (geld)


  • Strategie: 
- Grenzen afsluiten voor import
- Binnenlandse economische verkeer stimuleren. 

Slide 12 - Slide

Wat is absolutisme?
A
Een vorm van regeren waarbij het parlement alle macht heeft.
B
Een vorm van regeren waarbij het volk alle macht heeft.
C
Een vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft.
D
Een vorm van regeren waarbij een dictator alle macht heeft.

Slide 13 - Quiz

Wat betekend: droit divin?
A
Goddelijke standenvergadering
B
Rechtgevende koning
C
Goddelijk recht om te regeren
D
Geestelijkheid is de eerste stand.

Slide 14 - Quiz

Door het Colbertisme...
A
stroomt je het geld van het binnenland naar het buitenland
B
stroomt het geld in beide richtingen
C
stroomt het geld van het buitenland naar het binnenland

Slide 15 - Quiz

welke bewering is juist?
A
In 1685 besloot Lodewijk het protestantisme te verbieden.
B
Lodewijk de XIV was een Hugonoot.
C
Lodewijk de XIV werd ook wel Napoleon Bonaparte genoemd.
D
Frankrijk heerste over veel gebieden in Noord-oost-Afrika.

Slide 16 - Quiz

In hoeverre begrijp je het begrip absolutisme nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

H4.1
Maak opdr. 1 t/m 8
Daarna mag je wat voor jezelf doen.
Laatste 5 min bespreken we het leerdoel.

Slide 18 - Slide