Elementen en verbindingen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§  Elementen en verbindingen

Geheugen opfrissen § 3.5: Molecuulmodel

• Alles bestaat uit kleine deeltjes (moleculen)
• Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
• Moleculen bewegen altijd
• Moleculen trekken elkaar aan

Waaruit zijn stoffen opgebouwd?

1. Moleculen
2. Atomen
3. Splinters
4. Deeltjes

Atomen/elementen

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool.

Cl

H

H

O

O

C

C

O

H

Een molecuul is opgebouwd uit?

1. Stof
2. Deeltjes
3. Atomen
4. Moleculen

Atomen

• Moleculen kun je splitsen (ontleden)
• De kleinst mogelijke deeltjes die over blijven noemen we atomen of elementen
• Elk atoom heeft een eigen symbool (boek STENCIL)
• Let op hoofdletters en kleine letters!

Wat is waar?

1. Atomen en moleculen zijn hetzelfde
2. Atomen bestaan uit moleculen
3. Moleculen bestaan uit atomen
4. Moleculen en atomen vormen een verbinding

Elementen

• Element = niet-ontleedbare stof, bestaande uit maar 1 atoomsoort.

• ongeveer 118 verschillende elementen

(37 moeten jullie er kennen, )

• Voorbeeld: zuurstof en stikstof

Verbindingen

• Verbinding = ontleedbare stof, bestaande uit maar 2 of meer atoomsoorten.

• meer dan 20 miljoen verschillende verbindingen

• Voorbeeld: water en suiker

Wat kun je ontleden?

1. Atomen
2. Moleculen
3. Atomen en moleculen
4. Geen van beide

een ontleedbare stof bestaat uit

1. 2 of meer soorten moleculen
2. 2 of meer soorten atomen
3. 1 soort atomen

Wat gebeurt er bij een chemische reactie?

1. moleculen blijven hetzelfde en de atomen veranderen
2. moleculen veranderen en atomen blijven hetzelfde
3. moleculen verdwijnen en er ontstaan atomen
4. atomen en moleculen veranderen niet, maar gaan anders aan elkaar vast zitten

Chemische reactie

Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen van de beginstof(fen) tot nieuwe moleculen (de reactieproducten)

Er gaan geen atomen verloren bij een chemische reactie