Woordsoorten herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Woordsoorten Herhaling

Agenda

Welke woordsoorten hebben we vorige keer besproken?
Waar herken je ze aan?
Oefenen

Welke woordsoorten hebben we vorige les besproken?

De woordsoorten die jij moet kennen zijn...

Lidwoord (lw)
Werkwoord (ww)
Zelfstandig naamwoord (zn)
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Voorzetsel (vz)

Welke lidwoorden ken je?

De lidwoorden (lw) zijn:

de, het, een

Lidwoorden staan, of kun je in gedachten plaatsen, voor het zelfstandig naamwoord.

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord (zn)

Zelfstandig naamwoord (zn)

Mensen, dieren, planten, dingen of een abstract begrip (de liefde, het gevoel)en namen (medipladina). 

• We zeggen ook wel: zelfstandig naamwoorden zijn namen van mensen, dieren of dingen. 
  
• Meestal staat bij een zelfstandig naamwoord een lidwoord of kun je er een lidwoord bij denken. 
• Je kunt het verkleinen en in meervoud zetten.

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord (bn)

Een bijvoeglijk naamwoord is

een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Het versierwoord.

Voorbeelden: mooi, lelijk, slecht, lief, sportief, knap, rood, snel.

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Een stoffelijke bijvoeglijk naamwoord vertelt waar iets van gemaakt is.

Bijvoorbeeld:
- de houten tafel

- de gouden ketting

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De lelijke kast
2. De metalen kast
3. De grijze kast
4. De oude kast

Geef een voorbeeld van een werkwoord.

 Het werkwoord

een doe-woord

• zegt wat iets of iemand doet of overkomt

• kan in verschillende vormen voorkomen (enkelvoud / meervoud, verschillende tijden)

Geef een voorbeeld van een voorzetsel

Het voorzetsel

-  is een kort woord dat vaak een tijd of plaats aangeeft, zoals in, op, na, tijdens, door

- Je kunt als hulp gebruiken dat je het voor de kast of de les kunt zetten.

Vragen Vragen?

Stel ze!

Ga taalverzorging hst 4 maken in Nieuw Nederlands online.