Antoon Kuyper woonde tijdens de oorlog in Veghel. Hij koos ervoor om in het verzet te gaan. Het verzet was een groep mensen die in het verzet kwamen tegen de Nazi’s.
Antoon vertelde er zelf over: “Ik kwam in het gewapend verzet. De groep pleegde overvallen op distributiekantoren van onder andere Schijndel en Sint-Oedenrode.”
Distributiekantoren waren plaatsen waar je bonkaarten voor voedsel en kleding kon krijgen. “Ook saboteerden we een actie van de Duitsers: vanuit kamp Vught kwam er een trein met gevangenen via de spoorlijn in Veghel, op weg naar de werkkampen in Duitsland. De groep heeft toen het spoor opgeblazen”
Door overvallen te plegen op distributiekantoren, werden voedselbonnen buitgemaakt (=gestolen) door verzetsstrijders. Die bonnen werden dan weer gebruikt om eten en kleding te kopen voor onderduikers: bijvoorbeeld Joodse mensen die waren gevlucht voor de Duitse vervolging, of mannen die niet in de Duitse oorlogsindustrie wilden werken.
Antoon had besloten om in deze situatie dingen te doen die hij normaal gesproken misschien niet zou doen.