woordenschat Klas NL les 8
1 / 17
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat zie je op de foto?
Slide 2 - Open question
'Maak een zin met: dagelijks
Slide 3 - Open question
Pass away
A
overlijden
B
overleden
Slide 4 - Quiz
A
de vriezer
B
de magnetron
C
de koelkast
Slide 5 - Quiz
De mantelzorger
Slide 6 - Mind map
The starter
A
het voorgerecht
B
het hoofdgerecht
C
het nagerecht
Slide 7 - Quiz
The letterbox
Slide 8 - Open question
Waar word jij depressief van?
Slide 9 - Open question
the owner (of a cat)
A
de baas
B
het baasje
C
de meester
D
de heer
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Open question
Hoe kun je ontspannen
Slide 12 - Mind map
Wat zeg je als iemand een baby heeft gekregen?
Slide 13 - Open question
Wat zeg je als er iemand overleden is?
Slide 14 - Open question
Wat zeg je als iemand ziek is?
Slide 15 - Open question
Je kunt niet naar een feest komen. Je spreekt de voicemail in. Wat zeg je?
Slide 16 - Open question
Hoe het het als er mensen bij jou thuis komen om je te verzorgen?
A
De bezorging
B
Het verzorgingstehuis
C
De mantelzorger
D
De thuiszorg
