This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
In de afbeelding 42 van je handboek is in 4 tekeningen het ontstaan van een nieuwe soort weergegeven. Vanaf welk moment in deze afbeelding is er sprake van een nieuwe soort?
A
Vanaf het moment dat de beren van de 2 populaties zich niet meer samen kunnen voorplanten
B
Wanneer ze er verschillend uit zien
C
Wanneer ze elkaar niet meer herkennen
D
Wanneer ze een andere taal spreken
Slide 4 - Quiz
Bij een soort komen veel verschillende genotypen voor. Heeft deze soort dan een grote of kleine overlevingskans het milieu verandert? Leg je antwoord uit!
Slide 5 - Open question
Bekijk de kaart van afbeelding 43 van je handboek. Welke manier is geen manier om verschillende wezelmaki’s van elkaar te laten isoleren, waardoor al deze soorten konden ontstaan?
A
Isolatie door bergen
B
isolatie door rivieren
C
isolatie door gedrag
D
isolatie door de zee
Slide 6 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
De bouw van de snavels is aangepast aan het beschikbare voedsel op diverse eilandjes
Er zijn verschillende vinkensoorten ontstaan
Een kleine groep vinken is miljoenen jaren geleden van het vasteland van Zuid-Amerika op de verschillende eilanden terecht gekomen
De vinken op verschillende eilandjes kunnen zich niet meer onderling voortplanten, ook al ontmoeten zij elkaar
Het voedselaanbod op de eilanden verschilt
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Welke aardlagen zijn ouder?
A
De aardlagen die bovenaan het oppervlak liggen
B
De aardlagen die diep onder de grond liggen
C
De aardlagen in het midden
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Waarom is het voor fossiliseren van de resten van een organisme belangrijk dat deze resten de lucht worden afgesloten?
A
Omdat zuurstof de bindingen in botten afbreekt
B
Omdat koolstofdioxide de bindingen in botten afbreekt
C
Omdat dieren dan de resten opeten
D
Omdat dan de resten anders wegrotten en vergaan
Slide 15 - Quiz
Waardoor worden vooral fossielen van skeletten van organismen gevonden?
A
Omdat kalk slecht door de natuur wordt afgebroken
B
Doordat de zachte delen meestal te snel zijn vergaan om te kunnen fossiliseren
C
Doordat de harde delen meestal te snel zijn vergaan om te kunnen fossiliseren
D
Omdat magnesium slecht door de natuur wordt afgebroken
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Even testen..... Is dit een rudimentair, analoog of homoloog orgaan? Het staartbeen van de mens
A
Rudimentair orgaan
B
Analoog orgaan
C
Homoloog orgaan
D
Geen van 3en
Slide 23 - Quiz
Even testen..... Is dit een rudimentair, analoog of homoloog orgaan? De duim van de mens en de panda