5.6 Argumenten voor de evolutietheorie

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

In de afbeelding 42 van je handboek is in 4 tekeningen het ontstaan van een nieuwe soort weergegeven. Vanaf welk moment in deze afbeelding is er sprake van een nieuwe soort?
A
Vanaf het moment dat de beren van de 2 populaties zich niet meer samen kunnen voorplanten
B
Wanneer ze er verschillend uit zien
C
Wanneer ze elkaar niet meer herkennen
D
Wanneer ze een andere taal spreken

Slide 4 - Quiz

Bij een soort komen veel verschillende genotypen voor. Heeft deze soort dan een grote of kleine overlevingskans het milieu verandert? Leg je antwoord uit!

Slide 5 - Open question

Bekijk de kaart van afbeelding 43 van je handboek. Welke manier is geen manier om verschillende wezelmaki’s van elkaar te laten isoleren, waardoor al deze soorten konden ontstaan?

A
Isolatie door bergen
B
isolatie door rivieren
C
isolatie door gedrag
D
isolatie door de zee

Slide 6 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
De bouw van de snavels is aangepast aan het beschikbare voedsel op diverse eilandjes

Er zijn verschillende vinkensoorten ontstaan

Een kleine groep vinken is miljoenen jaren geleden van het vasteland van Zuid-Amerika op de verschillende eilanden terecht gekomen

De vinken op verschillende eilandjes kunnen zich niet meer onderling voortplanten, ook al ontmoeten zij elkaar

Het voedselaanbod op de eilanden verschilt

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke aardlagen zijn ouder?
A
De aardlagen die bovenaan het oppervlak liggen
B
De aardlagen die diep onder de grond liggen
C
De aardlagen in het midden

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Waarom is het voor fossiliseren van de resten van een organisme belangrijk dat deze resten de lucht worden afgesloten?
A
Omdat zuurstof de bindingen in botten afbreekt
B
Omdat koolstofdioxide de bindingen in botten afbreekt
C
Omdat dieren dan de resten opeten
D
Omdat dan de resten anders wegrotten en vergaan

Slide 15 - Quiz

Waardoor worden vooral fossielen van skeletten van organismen gevonden?

A
Omdat kalk slecht door de natuur wordt afgebroken
B
Doordat de zachte delen meestal te snel zijn vergaan om te kunnen fossiliseren
C
Doordat de harde delen meestal te snel zijn vergaan om te kunnen fossiliseren
D
Omdat magnesium slecht door de natuur wordt afgebroken

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Even testen..... Is dit een rudimentair, analoog of homoloog orgaan? Het staartbeen van de mens
A
Rudimentair orgaan
B
Analoog orgaan
C
Homoloog orgaan
D
Geen van 3en

Slide 23 - Quiz

Even testen..... Is dit een rudimentair, analoog of homoloog orgaan? De duim van de mens en de panda
A
Rudimentair
B
Analoog
C
Homoloog
D
Geen van 3en

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Maken opdrachten bij 5.6
(wordt huiswerk)

Slide 26 - Slide