H4 Werk aan de winkel; wat weet je al?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

H4 

Werk aan de winkel!

Wat weet je al / nog?

Bij welke sector hoort de afbeelding?

Primair

Secundair

Tertiair

Quartair

Arbeidsomstandigheden

Arbowet

Arbeidsomstandigheden met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Arbeidsomstandigheden zijn:

1. Wat je precies als werk doet.
2. Afspraken tussen jou en je baas.
3. regels voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, veiligheid en welzijn van werknemers te bevorderen.
4. Omgang met collega's en je baas.

Als de arbeidsomstandigheden verbeteren, dan:

1. blijft de arbeidsproductiviteit gelijk.
2. daalt de arbeidsproductiviteit.
3. stijgt de arbeidsproductiviteit.

Wat is vraag naar arbeid?

1. De complete arbeidsmarkt.
2. Alle mensen die werk zoeken.
3. Mensen van 15 jaar - pensioen die werken.
4. Alle vacatures bij werkgevers.

Wat is aanbod van arbeid?

1. De complete arbeidsmarkt.
2. Alle mensen met werk en die werk zoeken.
3. Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
4. Alle vacatures bij werkgevers.

Wat is de beroepsbevolking?

1. Iedereen die werkt of werkloos is
2. Iedereen die werkt
3. Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
4. Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Een arbeidsovereenkomst is een

1. afspraak tussen de werkgever en werkgever.
2. papier waarop je rooster staat met de werktijden.
3. diploma om te mogen werken.
4. overeenkomst met afspraken die je maakt met collega's.

Bij zwart werk betaal je:

1. geen belasting en geen premie
2. geen belasting
3. wel belasting geen premie

Bij wie kan je een ww-uitkering aanvragen?

1. De overheid
2. Je oude werkgever
3. UWV
4. WW

Een ww uitkering wordt betaald uit de

1. btw
2. accijns
3. sociale premies
4. inkomstenbelasting

Werknemersverzekeringen

Voorbeelden:

• Ziektewet: Als je ziek bent, wordt in de eerste 2 maanden 75%, daarna tot max 2 jaar -> 70% van je loon doorbetaald.
  
• WIA: Uitkering voor arbeidsongeschikte werknemers.

Werkloosheidswet

Door ziekte of andere omstandigheden kan je tijdelijk of niet meer werken. Hiervoor zijn werknemersverzekeringen.

WW: werkeloosheidswet 

WWZ: wet werk en zekerheid 

Transitievergoeding: een bedrag waarmee de werknemers de overgang naar een andere baan kunnen betalen. 

Krappe en ruime arbeidsmarkt

Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag (door werkgevers)dan aanbod (van werknemers)

Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod (van werknemers) dan vraag (door werkgevers)

Wanneer is er sprake van een krappe arbeidsmarkt?

1. Veel vacatures, veel werknemers
2. Veel vacatures, weinig werknemers
3. Weinig vacatures, veel werknemers
4. Weinig vacatures, weinig werknemers

In Nederland werken er meer vrouwen fulltime dan mannen

1. Waar
2. Niet waar

Bij een fulltime baan werk je...

1. Minder dan 36 uur
2. 5 dagen in de week
3. 7 dagen in de week
4. 36 uur of meer

In februari 2013 was het aantal geregistreerde werklozen bij het UWV 28.000 personen. In Maart 2013 was dit aantal toegenomen tot 43.000

Met hoeveel procent is het aantal geregistreerde werklozen toegenomen tussen februari en maart 2013?

1. 65,1%
2. 50%
3. 53,6%
4. 154%

Conjuncturele werkloosheid

Schommeling in de economie

• Meer sparen, minder uitgeven
• Minder verkocht
• Minder geproduceerd 
• Minder mensen nodig 
• Meer werkloosheid

Conjuncturele werkloosheid

• Het gaat slechter met de economie (vooral conjunctuurgevoelige bedrijven --> tijdelijk minder vraag naar producten en diensten door consumenten.)

Wat is het minimumloon?

1. Het loon dat jij minimaal wilt verdienen voor je werk.
2. Het loon wat je krijgt op je rekening.
3. Het loon dat iedereen minimaal die werkt minimaal moet ontvangen.

Structurele werkloosheid

Deze werkloosheid wordt veroorzaakt door veranderingen aan de aanbodkant van de economie. Is dit het geval, dan spreek je van structurele werkloosheid.

Voorbeelden:  door technologie, verplaatsen van productie naar het buitenland of als de werkzoekenden niet de geschikte opleiding hebben voor de banen die er  zijn.

Bij een vaste baan heb je....

1. Werk voor onbepaalde tijd
2. Werk voor bepaalde tijd
3. Een afgesproken einddatum

Vond je dat je goed antwoord op de vragen kon geven of niet?
(Had je veel goed of viel het tegen?)

😒🙁😐🙂😃