Medicatie toets

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1,2

Instructie

Maak de toets individueel. ( max. 30 min)

Per leerdoel krijg je een vraag. 

Op basis van je cijfer ga je de theorie nogmaals bestuderen bij onvoldoende

bij een voldoende ga ja aan de slag met de skillsopdracht, zwachtelen. 

Succes!

Farmacokinetiek zegt iets over wat het geneesmiddel met het lichaam doet.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de juiste route van de opname van medicatie in je lichaam?

1. Verdeling, opname, omzetten in het lichaam en uitscheiding
2. Opname, omzetten in het lichaam, verdeling en uitscheiding
3. Opname, verdeling, omzetten in het lichaam en uitscheiding
4. Verdeling, opname, uitscheiding omzetten in het lichaam.

Wat is de juiste route van de opname van medicatie in je lichaam maar dan met de medische term erbij?

1. Metabolisme, absorptie, uitscheiding, distributie
2. Absorptie, distributie, metabolisme, uitscheiding.
3. Distributie, Metabolisme, absorptie, uitscheiding,
4. Distributie, Metabolisme, absorptie, uitscheiding,

Welke woorden ontbreken er?

Cumulatie betekent ophoping

1. Dit waar.
2. Dit is niet waar.

Noem 2 wetten die te maken heeft met medicatie.

Je bereidt je correct voor: je creëert de juiste voorwaarden en controleert de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de zorgvrager. Dit doe je aan de hand van de 5 J's.

1. Juiste patiënt, juiste geboortedatum, juiste medicijn, juiste naam en juiste ziektegeschiedenis.
2. Juiste indicatie, juiste dosering, juiste houdbaarheid, juiste patiënt, juiste toedieningsweg.
3. Juiste patiënt, juiste medicatie, juiste dosering, juiste tijdstip, juiste toedieningsweg.
4. Juiste arts, juist medicijn, juiste dosering, juiste houdbaarheid, juist tijdstip, juiste patiënt.

Welke 6 dingen staan op het etiket van medicatie die je uitreikt?

1. Niet bevoegd zijn, niet bekwaam zijn van medisch personeel.
2. Verwisseling van medicatie en rekenfout
3. Rekenfouten en oplosfouten

Waar worden medicatiefouten gemeld?

Enteraal betekent:

1. via de huid
2. via maag-darmkanaal
3. via de bloedvaten
4. via de spieren

Wat doe je met medicatie die over is?

1. Mag weggegooid bij het GFT
2. Mag terug naar de apotheek
3. Beide bovenstaande
4. Geen van bovenstaande

Een voorbeeld van lokale toediening is:

1. zetpil
2. tabletje
3. inhalatie
4. injectie

Wanneer medicijnen elkaars werking beïnvloeden, hoe noemen we dat?

1. Cumulatie
2. Resistentie
3. Interactie
4. Verslaving

Ongevoeligheid voor een bepaald medicijn noem je:

1. Cumulatie
2. Gewenning
3. Resistentie

Voor elk medicijn zijn er redenen waarom een zorgvrager het gebruikt. Hoe noem je dat?

1. Contra-indicaties
2. Indicaties
3. Therapie
4. Resistentie

Resistentie van een medicijn kan zich vooral voordoen bij:

1. Alle soorten medicijnen
2. Hartmedicatie
3. Antibiotica
4. Injectievloeistoffen

'therapieontrouw' betekent dat iemand bewust de voorgeschreven medicatie niet inneemt

1. juist
2. onjuist

Wat wordt er bedoeld met verslaving?

1. Het lichaam is gewend geraakt aan de werking van het medicijn
2. Niet alleen het lichaam, maar ook de geest kan afhankelijk worden van het medicijn
3. Medicijnen versterken elkaar of juist verzwakken