HC Alg. Overhoring Britse Rijk

De Industriële Revolutie begon in de ...
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw
1 / 49
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De Industriële Revolutie begon in de ...
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw

Slide 1 - Quiz

In sommige landen is de Industriële revolutie nog in ontwikkeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Zet de uitvindingen in de juiste historische volgorde (kijk naar moment van toepassing in de textiel).
A
stoommachine, Spinning Jenny, schietspoel
B
Spinning Jenny, schietspoel, stoommachine
C
schietspoel, stoommachine, Spinning Jenny
D
Schietspoel, Spinning Jenny, Stoommachine

Slide 3 - Quiz

Wat is geen gevolg van de toepassing van de stoommachine in de textielindustrie?
A
Ontstaan arbeidersklasse
B
Ontstaan fabrieken
C
Arbeiders komen naar fabriek toe
D
Het ontstaan van enclosures

Slide 4 - Quiz

Weet je het nog? Wat is GEEN oorzaak van de Industriële revolutie?
A
enclosures
B
transportrevolutie
C
industrieel kapitalisme
D
huisnijverheid

Slide 5 - Quiz

Welke politieke stroming is het meest geïnteresseerd in het handhaven van de bestaande situatie?
A
Socialisme
B
conservatisme
C
confessionalisme
D
liberalisme

Slide 6 - Quiz

Welke politieke stroming is het meest geïnteresseerd in het creëren van een gelijkwaardige samenleving?
A
Socialisme
B
Conservatisme
C
Confessionalisme
D
Liberalisme

Slide 7 - Quiz

Welke politieke stroming is het meest geïnteresseerd in het creëren van zoveel mogelijk persoonlijke vrijheid?
A
socialisme
B
conservatisme
C
confessionalisme
D
liberalisme

Slide 8 - Quiz

Weet je het nog? Hoe probeerde de klassieke adel in Engeland haar welvaart te beschermen?
A
Door grootgrondbezit
B
Door economisch protectionisme
C
Door te investeren in nieuwe technologie
D
Door de Reform Bill

Slide 9 - Quiz

In welk jaar werd de Reform Bill aangenomen?
A
1776
B
1815
C
1824
D
1832

Slide 10 - Quiz

Wat was GEEN gevolg van de Reform Bill?
A
Industriesteden kregen meer afgevaardigden
B
De liberalen kregen meer politieke invloed
C
Het censuskiesrecht werd afgeschaft
D
Kiesdistricten werden anders ingedeeld

Slide 11 - Quiz

Robert Owen is representatief voor de meeste fabrieksbazen in de 19e eeuw.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Weet je het nog? Wat was GEEN reden dat de woonomstandigheden in de steden slecht waren?
A
Slecht gebouwde woningen door snelle urbanisatie
B
Geen riolering en waterleiding
C
Panden die niet bedoeld waren voor bewoning werden toch gebruikt
D
Arbeiders hadden nooit geleerd zichzelf te wassen

Slide 13 - Quiz

Weet je het nog? Wat is GEEN reden van de slechte arbeidsomstandigheden?
A
Stakingen
B
Het economisch liberalisme
C
Groot aanbod van arbeiders
D
Arbeiders waren in het begin nog niet goed georganiseerd

Slide 14 - Quiz

Weet je het nog? Welke hoort er niet bij?
A
Robert Owen
B
Vakbonden en stakingen
C
Kinderarbeid
D
Factory Act

Slide 15 - Quiz

Wat was de staatsgodsdienst in Engeland ?
A
Katholieke Kerk
B
Lutheraanse Kerk
C
Calvinistische Kerk
D
Anglicaanse Kerk

Slide 16 - Quiz

Wat is fout? De Anglicaanse kerk
A
werd gesticht omdat Hendrik VIII niet mocht scheiden van de paus
B
is vooral in Engeland en voormalige koloniën te vinden
C
staat onder leiding van de koning van Engeland
D
is voortgekomen uit kritiek op de bijbelvertaling van Erasmus

Slide 17 - Quiz

Hoe heette de kolonie die de Pilgrim Fathers hebben gesticht (in het huidige Massachusetts)?
A
North Carolina
B
Virginia
C
Plymouth
D
Pennsylvania

Slide 18 - Quiz

Weet je het nog? Hoe kun je de Anglicaanse kerk herkennen?
A
Het is streng calvinistisch
B
Het is streng katholiek
C
Het is een mix van calvinisme en katholicisme
D
De Engelse koning staat aan het hoofd van de kerk

Slide 19 - Quiz

Doordat Noord-Amerika een vestigingskolonie werd, kwamen er spanningen met de Native Americans.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat was GEEN motief voor de Britse kolonisatie van Noord-Amerika?
A
Een uitvalsbasis voor de strijd tegen Spanje
B
economische vrijheid
C
religieuze vrijheid
D
juicy burgers

Slide 21 - Quiz

Stelling: de meeste van de dertien koloniën aan de oostkust van Noord-Amerika waren voor de Britse economie niet zo belangrijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Stelling: de zuidelijke koloniën waren vestigingskoloniën gericht op handel en nijverheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Stelling: De handel in plantageproducten was onderdeel van de driehoekshandel
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Voor het uitvoeren van de driehoekshandel werd de .... opgericht
A
Royal Navy
B
Royal Slave Trading Company
C
Royal Triangle Company
D
Royal African Company

Slide 25 - Quiz

Stelling: het abolitionisme ontstond in verlichte EN in religieuze kringen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

De slavenhandel werd in het Britse rijk verboden in...
A
1807
B
1815
C
1822
D
1833

Slide 27 - Quiz

De slavernij werd in het Britse Rijk afgeschaft in...
A
1833
B
1843
C
1853
D
1863

Slide 28 - Quiz

Een oorzaak voor de
burgeroorlog is, dat de ............ staten
vonden dat de federale overheid te veel macht had.
A
zuidelijke
B
noordelijke

Slide 29 - Quiz

Weet je het nog? De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring wordt opgesteld in...
A
1774
B
1775
C
1776
D
1783

Slide 30 - Quiz

Wat is GEEN idee uit de Verlichting?
A
Democratie
B
Natuurlijke rechten
C
Volkssoevereiniteit
D
Trias Politica

Slide 31 - Quiz

Stelling: De VS zijn een federatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Wie heeft de uitvoerende macht in de VS?
A
Het Congres
B
De president
C
Het Hooggerechtshof

Slide 33 - Quiz

Weet je het nog? De Amerikaanse vrijheidsoorlog vond plaats tussen...
A
1861-1865
B
1860-1864
C
Geen van beide antwoorden is juist

Slide 34 - Quiz

Wat was GEEN oorzaak van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
Lincoln werd gekozen als president
B
Het Noorden wilde geen invoerrechten heffen
C
Het Zuiden was tegen een sterke federale staat
D
Het Zuiden wilde de slavernij behouden

Slide 35 - Quiz

Het Noorden werd aangeduid met de 'Union'
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

Na de Burgeroorlog werden de VS een concurrent van de Groot-Brittannië
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

Weet je het nog? De Mogol-dynastie was ....
A
Hindoeïstisch
B
Islamitisch
C
Perzisch
D
Zimbabwaans

Slide 38 - Quiz

Welk begrip wordt gebruikt voor een handelspost die gesticht werden door de EIC in India?

Slide 39 - Open question

In welk jaar werd het Verdrag van Allahabad gesloten?
A
1685
B
1725
C
1765
D
1865

Slide 40 - Quiz

Door het Verdrag van Allahabad kregen de Britten...
A
Het recht om belastingen te innen in Bengalen
B
Het recht om de Mogol-vorst te benoemen
C
Het recht om India te besturen
D
Het recht om thee gratis te exporteren

Slide 41 - Quiz

De East India Company was een Britse staatsonderneming
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quiz

Wat was GEEN oorzaak voor het Modern Imperialisme?
A
Europees superioriteitsgevoel
B
Afzetmarkten
C
Grondstoffen voor de industrie
D
Het einde van de Frans-Duitse oorlog

Slide 43 - Quiz

Het modern imperialisme werd mede mogelijk gemaakt door ontwikkelingen in het transport
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

De Great Mutiny vond plaats in...
A
1812
B
1841
C
1854
D
1857

Slide 45 - Quiz

Een oorzaak voor de The Great Mutiny was 'the white man's burden'
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

Het Indian National Congress is opgericht in 1885
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quiz

Het Indian National Congress werd door de Britten gesteund omdat zij democratisch waren
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quiz

Het cijfer dat ik ga scoren voor de toets is ongeveer...
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 49 - Quiz