Par 11.3 Redoxreacties

Par 11.3 Redoxreacties
1 / 36
next
Slide 1: Slide
ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

This lesson contains 36 slides, with text slides.

Items in this lesson

Par 11.3 Redoxreacties

Slide 1 - Slide

Redoxreacties / introductie
    Kopersulfaat en ijzer

Slide 2 - Slide

Uitleg redoxreacties
De Cu2+ ionen verdwijnen uit de oplossing en er ontstaat een laagje koper op het ijzer.
Cu2+(aq)  wordt  Cu(s)
De koperionen raken hun lading kwijt dat kan alleen als de koperionen elektronen opnemen.
Cu2+(aq) + 2e-  --> Cu (s)

Slide 3 - Slide

Uitleg redoxreacties
Je kunt met bloedloogzout aantonen dat er Fe2+ ionen ontstaan.
Fe(s) wordt  Fe2+ (aq)
De ijzerionen kunnen alleen ontstaan door elektronen of te geven.
Fe(s) -->  Fe2+(aq) + 2e-

Slide 4 - Slide

Oxidator / reductor
Oxidator: Deeltje dat bij een reactie elektronen opneemt

Reductor: Deeltje dat bij een reactie elektronen afstaat.

Er is sprake van halfreacties, deze staan in binas 48.


Slide 5 - Slide

Halfreacties optellen
Oxidator: Cu2+(aq) + 2e-  --> Cu (s)
Reductor: Fe(s) --> Fe2+(aq) + 2e-
-----------------------------------------------------------------------
Totale reactie: Cu2+(aq) + Fe(s) --> Cu(s) + Fe2+(aq)


Slide 6 - Slide

Werkwijze opstellen redoxreactie
Zoutzuur en magnesium

Slide 7 - Slide

Binas 48 

Slide 8 - Slide

Zoutzuur en magnesium
1.   Schrijf op welke stoffen aanwezig zijn:
       H+(aq) / Cl-(aq) / Mg(s) 
       We laten water even buitenbeschouwing.
2.   Kijk in binas 48 of het een reductor of oxidator is.
3.    H+(aq) oxidator
       Cl-(aq) reductor
       Mg(s) reductor

Slide 9 - Slide

Binas 48 

Slide 10 - Slide

Zoutzuur en magnesium
4.   Kies de sterkste reductor (staat het laagst in de tabel)
       Mg(s) is sterkste de reductor
5.   Kies de sterkste oxidator (staat het hoogst in de tabel)
       H+(aq) is sterkste de oxidator
6.    Controleer of oxidator hoger staat dan reductor, is dit het                 geval dan ontstaat er een reactie.

Slide 11 - Slide

Zoutzuur en magnesium
7.  Schrijf de halfreactie van de reductor op van rechts naar links
      Mg(s) --> Mg2+(aq) + 2e-

8. Schrijf de halfreactie van de oxidator op van links naar rechts.
      2H+(aq) + 2e- --> H2 (g)

Slide 12 - Slide

Zoutzuur en magnesium
9.    Tel de halfreacties op:
        Mg(s) --> Mg2+(aq) + 2e-
         2H+(aq) + 2e- --> H2 (g
        -----------------------------------------------
        Mg(s) + 2H+(aq --> Mg2+(aq + H2(g)

Slide 13 - Slide

Edele en onedele metalen
Corrosie aantasting van metalen door zuurstof en water.
Metalen die gemakkelijk corroderen zijn ijzer, magnesium, zink, aluminium en lood.
Soms kan het oxidelaagje een beschermende laag vormen, hierdoor is de rest van het metaal afgeschermd van zuurstof en water.
De edele metalen worden niet door water en zuurstof aangetast.
 Het zijn Au, Ag en Pt.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld corrosie / roesten van ijzer / redoxreactie
Red:                      Fe --> Fe2+ + 2e-                                     2x
Ox:                        O2 (g) + H2 O(l) + 4e- --> 4OH-          1X
----------------------------------------------------------------
                           2Fe(s) + O2 (g) + H2 O(l)  --> 2Fe2+ + 4OH-


Slide 15 - Slide

Oefening
Geef de vergelijkingen van:

Vast zink in een koper(II)bromide oplossing.

Slide 16 - Slide

Uitwerking:
Zn (s) / Cu2+(aq) / Br-(aq)
Zn(s) reductor / Cu2+ (aq) oxidator / Br-(aq) reductor
Sterkste reductor Zn(s) / sterkste oxidator Cu2+(aq)
Zn(s) --> Zn2+(aq) + 2e-
Cu2+(aq) + 2e- --> Cu(s)
Zn(s) + Cu2+(aq) --> Cu(s) + Zn2+ (aq)

Slide 17 - Slide

Herhalingsoefening redox
Bij het etsen ontstaat een reactie tussen vast koper en ijzer(III)chloride. Het vaste koper verdwijnt en er ontstaan
 ijzer(II) ionen.

Geef de bijbehorende reactievergelijking.

Slide 18 - Slide

Antwoord:
Oxidator: Fe3+   /  H2O
Reductor: Cu(s) / H2O

Sterkste oxidator:  Fe3+ 
Sterkste reductor: Cu(s)

Slide 19 - Slide

Uitwerking opgave 21 

Slide 20 - Slide

Uitwerking opgave 21

Slide 21 - Slide

Redoxreactie op afstand

Slide 22 - Slide

Elektrochemische cel
In deze cel vindt een redoxreactie plaats.
Oxidator: Cu2+(aq)
Reductor: Zn(s)
De zoutbrug zorgt voor de verbinding tussen
de twee oplossingen, de zoutbrug bevat vrije
ionen, deze zorgen voor het lading transport

Slide 23 - Slide

Redoxreactie
Zn(s) --> Zn2+ + 2e-
Cu2+ + 2e- --> Cu(s)
Reductor: negatieve pool
Oxidator: positieve pool


Slide 24 - Slide

Belangrijk
Er zijn twee soorten elektroden:
elektroden die mee reageren
(zoals bij de voorbeeld cel) en onaantastbare elektroden
(Pt en C)

Slide 25 - Slide

Zoutbrug
Ionen uit de zoutbrug verplaatsen zich bij stroomlevering naar de halfcellen.
De zoutbrug zorgt er dus voor dat beide oplossingen elektrisch neutraal blijven

Slide 26 - Slide

Maak opgave 21 op bladzijde 83

Slide 27 - Slide

Uitwerking opgave 21 

Slide 28 - Slide

Uitwerking opgave 21

Slide 29 - Slide

Opgave 28
Maak opgave 28 op bladzijde 85

Slide 30 - Slide

Uitwerking opgave 28

Slide 31 - Slide

Uitwerking opgave 28

Slide 32 - Slide

Demoproef 5 
Red:                      Fe --> Fe2+ + 2e-                                     2x
Ox:                        O2 (g) + H2 O(l) + 4e- --> 4OH-          1X
----------------------------------------------------------------
                           2Fe(s) + O2 (g) + H2 O(l)  --> 2Fe2+ + 4OH-


Slide 33 - Slide

Demoproef 6

Slide 34 - Slide

Demoproef 6

Slide 35 - Slide

Demoproef 7
Zn is de reductor
Zn --> Zn2+  + 2e 
Oxidator is waarschijnlijk H+ in de citroen.
2H+  + 2e --> H
Vruchtvlees heeft de functie van zoutbrug.

Slide 36 - Slide