Genitive maatwerk

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Gebruik van de genitive

De genitive wordt gebruikt om bezit aan te duiden:

Patrick’s family my mother's hands his father's eyes

People / animals

Om bezit aan te geven bij personen/ dieren gebruik je in principe een 's na het zelfstandige naamwoord:  

• Jack's car
• the dog's tail
• the man's bike

(N.B.: Jack his car/ the dog its tail mag niet!)

Single noun / not -s

Een 's geldt voor zelfstandige naamwoorden (personen/ dieren) die niet op en 's' eindigen:

• My sister's dress is nice.
• My brother's bike is new.

Single noun / -s

Als een naam of zelfstandig naamwoord eindigt op een s, dan zet je alleen een apostrof achter de bestaande 's' om bezit aan te geven:

• James' book
• Chris' car

N.B. Bij namen mag je ook 's gebruiken: James's book, maar is dit is minder gebruikelijk. 

 

Plural nouns / -s

Bij zelfstandige naamwoorden in het meervoud die eindigen op -s (= de meeste meervoudsvormen), komt er alleen een apostrof na de -s om bezit aan te geven:

• the boys' mother
• the girls' jackets

N.B. Bij meervoudsvormen die eindigen op -s mag je nooit een extra 's toevoegen: the boys's mother.

Plural nouns / not -s

Er bestaan in het Engels ook zelfst. nw. in het meervoud die niet eindigen op -s, zoals children, men, women, enz. De bezitsvorm bij deze meervoudsvormen is 's:

• the children's school
• the women's dresses

Things

Bij dingen gebruik je in principe 'of' en geen 's' om bezit aan te geven: 

• the door of the classroom
• the end of the journey

Je mag niet zeggen: the classroom's door of the journey's end.

Expressions of time 

Uitzondering: bij tijdsaanduidingen krijg je juist wel 's en geen 'of':

• a week's notice
• yesterday's newspaper
• an hour's drive

Samenvatting

Zelfst. nw. = personen/ dieren:

Enkelvoud, eindigt niet op -s: 's

Enkelvoud eindigt op -s: '

Meervoud, eindigt op -s: '

Meervoud, eindigt niet op -s: 's

Zelfst. nw. = dingen:

Alle woorden enkel-/ meervoud: of

Tijdsaanduidingen: zie regels bij personen/ dieren

vb: the girl's dress

vb: Charles' bike

vb: the neighbours' house

vb: the children's rooms

vb: the door of the classroom

vb: a two hours' drive/ today's newspaper

Shops / houses

Je gebruikt 's ook als aanduiding voor een plaats waar iemand woont of werkt. Meestal kun je er 'shop' of 'house' achter denken:

• I have to go to the baker's. (-> baker's shop)
  
• hairdresser's
• I'm staying at my friend's tonight. (-> friend's house)

Plural forms in general

Let op! Bij meervoudsvormen (dus zonder bezitsvorm) gebruik je nooit 's, maar je plakt de 's' altijd aan het woord vast:

• cats
• babies
• aunts

Wat is het verschil tussen:
1. These are the boy's bikes.
en
2. These are the boys' bikes.

These are my childrens' shoes.

1. Correct
2. Incorrect

The car's tyre is flat.

1. Correct
2. Incorrect

Womens' rights are important.

1. Correct
2. Incorrect

Jane's friend is moving to France.

1. Right
2. Wrong

Thomas' jumper is red.

1. Correct
2. Incorrect

What was the result of the match?

1. Correct
2. Incorrect