Thema 3: Karel de Grote

Thema 3: Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 3: Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 

Slide 1 - Slide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met het overnemen.

Slide 3 - Slide

Deze les
Karel de Grote & Feodalisme.

  • Herhaling vorige les
  • Weet je wie Karel de Grote was en hoe hij zijn rijk bestuurde
  • Kun je uitleggen hoe de manier van besturen door middel van het feodalisme werkt.
  • Kun je uitleggen wat de begrippen: leenman, leenheer, feodalisme betekenen

Slide 4 - Slide

Waar of niet waar?

In de middeleeuwen kon iedereen lezen en schrijven.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 5 - Quiz

-Wie is wat? 

Verbind de uitspraken en titel bij het juiste plaatje.
Monnik
Non
Paus
Priester

Slide 6 - Drag question


Door welke mensen werd het christendom verspreid?
A
Monniken
B
Nonnen
C
Priesters
D
Missionarissen

Slide 7 - Quiz

Karel de Grote 
Karel de Grote is een van de grootste heersers van de vroege middeleeuwen. Zijn rijk was het eerste grote rijk
na de Romeinen in Europa.

  • Groot Frankisch rijk
  • Erg lang: 1,84m 

Slide 8 - Slide

3

Slide 9 - Video

00:07
- Welk woord hoort op de stippellijn?

Karel de Grote wordt koning in 771 n.chr in het rijk der     .....
Franken
Germanen
Karolingen
Frankrijk

Slide 10 - Drag question

00:17
Hoe maakt Karel de Grote zijn Frankische rijk groter?

Slide 11 - Open question

00:47
In welke stad kan je het graf van Karel de grote bekijken?
A
Amsterdam
B
Aalden
C
Aken
D
Aalten

Slide 12 - Quiz

De Franken 
Was een volk en leefden in het gebied wat nu Frankrijk is. Zij werden christen nadat hun Koning zich in 496 katholiek liet dopen. 

De Franken behoorden tot het deel van de 
christenen dat de paus gehoorzaamde.

Slide 13 - Slide

De verspreiding van het 
christendom.


Karel was christelijk en dwong al zijn onderdanen om dat 
ook te worden. Zo verspreidde het christendom zich, naast missionarissen, ook over Europa.

Slide 14 - Slide

Te groot om alleen te 
besturen

Oorzaken:
  • Slechte verbindingen, van de Romeinse wegen was weinig meer over.
  • Steden uit de Romeinse tijd zo goed als verdwenen.
  • Dreiging van aanvallers.
  • Rondreizen om te besturen en rechtspreken duurt erg lang

Slide 15 - Slide

Oplossing: Feodalisme
  • Leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.
  • leenman: (vazal) edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
  • Feodalisme: bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten.

Slide 16 - Slide

Het Feodaal stelsel 

Slide 17 - Slide

Omhakken van heilige bomen. Germanen geloofde niet in één god als de Christenen maar in meerdere goden. Karel de Grote wilde dat iedereen in zijn rijk Christelijk was en verbood andere geloven. 
In Rome woont de paus. Hij is het hoofd van de kerk en dus van alle christenen. Rijke mannen (Edelen) vinden dat hij zijn werk niet goed doet en sluiten hem op. De paus ontsnapt uit zijn kerker en vlucht naar Karel die de paus gehoorzaamt. Die zorgt ervoor dat de paus weer de baas wordt in Rome. Als dank kroont de paus hem in het jaar 800 tot Keizer
Na veel veldtochten is Karels rijk bijna net zo groot als Europa nu. Hij is de eerste met zo'n groot land na de Romeinen. Daarom noemen we hem ook wel Vader van Europa. Rust en eenheid is belangrijk in zo'n enorm rijk. Daarom laat Karel alle wetten en regels opschrijven en zorgt hij ervoor dat iedereen zich daaraan houdt.
Karel de Grote is de koning. Waarschijnlijk krijgt hij die bijnaam omdat hij zo'n groot rijk bezit. Maar hij is zelf ook groot. In de middeleeuwen zijn de mensen kleiner dan nu. Karel is 1 meter 84 en steekt met kop en schouders boven de meeste mensen uit
In de middeleeuwen kunnen veel mensen niet lezen en schrijven. Zelfs de koning niet! Als Karel een handtekening moet zetten zet hij alleen een klein streepje in het midden. Maar Karel de Grote vindt het belangrijk dat meer mensen dat leren. Daarom moeten de monniken nieuwe letters ontwikkelen. Die zijn makkelijker te lezen. We gebruiken ze nog steeds. Ook komen er scholen voor rijke jongens. Die kunnen Karel later helpen zijn rijk te besturen. 
Het is niet makkelijk om zo'n groot land te regeren. Je weet nooit of ergens een opstand uitbreekt. Karel reisde eerst zijn hele rijk door, maar daar heeft Karel iets op bedacht. Hij geeft Edelen en geestelijken (leenmannen) een stuk land te leen. In ruil daarvoor zweren deze leenmannen trouw aan de koning. En ze moeten veel doen: de rust bewaren, wetten uitvoeren en soldaten sturen voor zijn leger.
Als Karel ouder wordt wil hij niet meer zoveel reizen. Daarom zoekt hij één plek om te wonen. Hij kiest voor de stad Aken en bouwt er zijn belangrijkste palts (Paleis en kasteel). Karel de Grote sterft als hij 72 is. Dat is erg oud voor die tijd. Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgt hem op.
Na Karels dood verschijnen er veel verhalen over hem. Een van de beroemdste is 'Karel en Elegast'. Dat verhaal wordt rond het jaar 1250 geschreven - meer dan 400 jaar na zijn dood! Voor ons zijn die middeleeuwse verhalen moeilijk te lezen. De taal is heel anders en de spelling ook.

Karel en Elegast' begint met een droom. Een engel fluistert Karel in dat hij moet opstaan om te gaan stelen. Karel wil niet (want wat als hij betrapt wordt?), maar hij is een gelovig man, dus hij gehoorzaamt de engel toch. In het pikkedonker gaat hij naar buiten. In het bos wordt hij aangevallen door een zwarte ridder. Karel verslaat hem en ontdekt dat hij Elegast heet. Op het eind van het verhaal weet je waarom de engel Karel op pad heeft gestuurd…
Karel wil goede vrienden blijven met de landen om hem heen. Hij is rijk en geeft graag dure cadeaus. Daarmee maakt hij veel indruk op andere staatshoofden. Maar zelf krijgt hij het meest bijzondere geschenk… de witte olifant Abul Abbas. Karel krijgt hem van Harun-al-Rashid, de kalief (hoofd van de gelovigen) van Bagdad. Dit is nu de hoofdstad van Irak.

Slide 18 - Slide

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

'vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door iemand anders'
A
Leenheer
B
Leenman
C
Vazal
D
Bisschop

Slide 19 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

'Edelman die een gebied bestuurt in opdracht van iemand.'
A
Leenheer
B
Leenman
C
Vazal
D
Bisschop

Slide 20 - Quiz

Dit systeem heet het  ....
Feodaal stelsel 
Leenman
Leenheer
Koning
Edelen

Slide 21 - Drag question

Waar of niet waar?

'Koning Karel de Grote kon lezen en schrijven'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Karel de Grote

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 23 - Slide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 24 - Slide