- 2 groepjes van 4 en 1 van 5
- Het oudste groepslid begint. Hij/zij vraagt een andere speler of deze een speelkaart met een
bepaalde EU-waarde heeft. Deze speler heeft zelf ten minste één speelkaart met deze EUwaarde.
- Heeft de andere speler de gevraagde kaart niet, zegt hij/zij dit en gaat de beurt naar
deze speler.
- Heeft de andere speler deze kaart wel dan gaat deze naar de vragende speler en mag deze nog één keer.