Voorbeeld toets opgaven Licht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Meerkeuze vragen

Hoek van inval

Hoek van breking

Hoek van terugkaatsing

Normaal

Grensvlak 

Sleep de juiste symbolen naar de juiste plek.

Er geldt hier
breking...

i

r

n

t

... van de normaal af.

... naar de normaal toe.

gv

Divergent

Convergent

Evenwijdig

Holle lens

Bolle lens

Convergerend

Divergerend

+

-

In het midden dikker

In het midden dunner

Welke lenzen zijn positief en welke negatief? Sleep de lenzen naar het juiste vak.

+

-

In de rechthoekjes in de figuren hieronder zit een holle of een bolle lens. Sleep de figuren naar het juiste vak.

Holle Lens

Bolle Lens

OOG Sleep de juiste (zwarte) nummers achter de juiste termen.

Hoornvlies

Netvlies

Ooglens

Oogzenuw

Pupil

1

2

3

4

5

OOG 
In de figuur hiernaast zie je een ongeaccommodeerd oog dat in de verte kijkt.

Deze persoon is 

1. verziend
2. bijziend
3. normaal ziend

OOG
In de figuur hiernaast zie je een ongeaccommodeerd oog dat in de verte kijkt.

De ooglens in het plaatje is 

1. te sterk
2. te zwak
3. precies goed van sterkte

OOG
In de figuur hiernaast zie je een ongeaccommodeerd oog dat in de verte kijkt.

Dit situatie in het plaatje kan worden gecompenseerd / in orde worden gemaakt door een 

1. positieve bril (lens)
2. negatieve bril (lens)
3. er is geen bril nodig

De hoek van inval is hier gelijk aan

1. 57​o​​
2. 33​o​​
3. 67​o​​
4. dit kan je niet weten

Deze holle spiegel veroorzaakt een beeld. Wat voor beeld zul je zien?

1. Normaal spiegelbeeld
2. Vergroot spiegelbeeld
3. Verkleind spiegelbeeld
4. Geen van allen

Bij terugkaatsing van een lichtstraal op een spiegel, moet je de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing kennen.
Welke hoek in figuur 1 is de hoek van terugkaatsing?

1. hoek 1
2. hoek 2
3. hoek 3
4. hoek 4

Waar ziet de persoon (hiernaast) het spiegelbeeld van de lamp?

1. precies op de spiegel
2. 70 cm achter de spiegel
3. 35 cm achter de spiegel
4. 35 cm voor de spiegel

REKENVRAGEN

Rekenvragen

Een voorwerp van 3,0 cm groot, wordt door een positieve lens 2,5x vergroot. Bereken de grootte van het beeld

De brandpuntsafstand van een lens is 35,0 cm. Op het scherm, 300 cm verderop wordt een scherp beeld gevormd. a. Bereken de afstand van het voorwerp tot de lens.
b. Bereken de vergroting van de lens.

Voor een lens met een sterkte van 25 dpt staat een voorwerp op 2,0 m afstand staat.
a. Bereken de beeldafstand.
b. Bereken de vergroting.

Een voorwerp van 8,0 cm groot staat op 12 cm van een positieve lens met lenssterkte S = 10 dpt.

Bereken
-de brandpuntsafstand in hele cm
-de beeldafstand in hele cm

-de beeldgrootte in hele cm

Hoe je antwoord in te vullen?

Stel je antwoorden zijn 12 cm, 30 cm en 11 cm. Vul dan in:

123011 

Wat vond je van de moeilijkheidsgraad van DT?
(Smile = niet moeilijk)

😒🙁😐🙂😃