Clase 2.02 - mhv2 - introducción unidad 2, vocabulario

1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planificación: Hoy es ...
1. Reglas de la clase y las pruebas
10 min
2. Introducción unidad 2
10 min
3. Vocabulario
25 min
4. Evaluación
5 min
5. La próxima clase
5 min
Después de esta clase... (Na deze les...)
... weet je welke reportero er centraal staat in unidad 2.
... heb je minstens 10 nieuwe woorden geleerd.

Slide 2 - Slide

Reglas de la clase
  1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
  2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
  3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pen, opgeladen device.
  4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
  5. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
  6. We lachen elkaar niet uit.
  7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
  8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Slide 3 - Slide

Explicar las pruebas: eindproduct
Menukaart (week 7, donderdag)

Slide 4 - Slide

Explicar las pruebas: toets
Luisteren, lezen, grammatica, vocabulaire (week 8, tweede les)


Slide 5 - Slide

Introducción unidad 2
Libro de texto: página 33

Lees de berichten op de telefoon
en kies bij elk bericht een
passende reactie.

Slide 6 - Slide

Introducción unidad 2
Libro de texto: página 33

1 - a ¡Comemos ceviche!
2 - d ¿Es una comida típica peruana?
3 - c ¡Está muy bueno!
4 - b ¡Qué nervios!
5 - e Prefiero las redacciones.

Slide 7 - Slide

Vocabulario: los animales
Pak je device erbij en log in in de LessonUp.

Slide 8 - Slide

6

Slide 9 - Video

Vocabulario: las actividades
Kijk in je woordenlijst en/of 
libro de texto p.42

Klaar? Ga de rest van de lijst leren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

00:18
¿Qué significa:
mascota?
A
dier
B
huisdier

Slide 12 - Quiz

00:29
¿Qué significa:
el perro?
A
de kat
B
de hond

Slide 13 - Quiz

00:35
Kies het juiste lidwoord:
¿el o la gato?
A
el gato
B
la gato

Slide 14 - Quiz

00:41
Wat is het enkelvoud van:
los peces?

Slide 15 - Open question

01:21
la tortuga
el pájaro
el canario
el loro
el hamster
el conejo

Slide 16 - Drag question

00:18
¿Qué significa:
animal?
A
dier
B
huisdier

Slide 17 - Quiz

La próxima clase
Vamos a aprender...
... el presente (tegenwoordige tijd)

Deberes:
- aprender vocabulario unidad 2

Slide 18 - Slide