210617 Grammatica Zinsdelen + Woordsoorten H6

Wat gaan we doen?
  1. Lezen
  2. Herhalen vorige les
  3. Uitleg H6 Woordsoorten + Zinsdelen
  4.  Samen oefenen
  5. Pauze
  6. Aan de slag!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  1. Lezen
  2. Herhalen vorige les
  3. Uitleg H6 Woordsoorten + Zinsdelen
  4.  Samen oefenen
  5. Pauze
  6. Aan de slag!

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Woordsoorten

H1 (pers.vnw/bezit.vnw)
H2 (kww/zww)
H3 (kww/zww/hww)
H5 (voegwoord)
H6
Zinsdelen

H2 (ng)
H3 (wg/ng)
H4 (bvb)
H5 (HZ-BZ)
H6

Slide 3 - Slide

Bij een hoofdzin kan ik tussen het ow en de pv extra woorden zetten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

In een samengestelde zin kan ik twee hoofdzinnen hebben staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De meeste voetbalkenners twijfelen eraan of Nederland ooit wereldkampioen kan worden.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 6 - Quiz

Op welke manieren kan ik de pv in een zin vinden?

Slide 7 - Open question

Grammatica - H6
  • Zww, hww of kww in een samengestelde zin.
  • Zinsdeelzinnen

Slide 8 - Slide

Lesdoel:
Na de les:
  • kan je zww, hww en kww herkennen in samengestelde zinnen.
  • kan je onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
  • zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

Slide 9 - Slide

Zinsdeelzinnen

Ik heb geen honger, want ik heb een uitgebreide lunch gegeten.


Ik heb geen honger, omdat ik een uitgebreide lunch heb gegeten.



Slide 10 - Slide

Zinsdeelzinnen

Zijn er alleen als je te maken hebt met een HZ+BZ of BZ+HZ.


Onderwerpszin (ow-zin)

Lijdendvoorwerpszin (lv-zin)

Meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)

Bijwoordelijke bijzin (bwb-zin)



Slide 11 - Slide

Zinsdeelzin of gewoon zinsdeel?
Een zinsdeelzin heeft altijd een persoonsvorm (het is een bijzin).

Een zinsdeel heeft geen eigen persoonsvorm.

Slide 12 - Slide

Zinsdeel of zinsdeelzin?
Wat Ariël jou wijsmaakt, heeft hij zelf verzonnen.

Het jongste meisje uit dit gezin krijgt van haar broers veel aandacht.

Je moet meteen naar huis komen, zodra de training voorbij is.

De zomers worden steeds warmer door toename van de zonnestraling.
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Hoe zit dat met woordsoorten?

  1. Check of je een enkelvoudige of samengestelde zin hebt.
  2. Splits de zinnen op.
  3. Bepaal van elke zin of het een wg of ng heeft (zww of kww).
  4. Verder ontleed je volgens de normale regels. 

Slide 14 - Slide

Ontleed de volgende zin:

Veel mensen willen naar een warm land, omdat ze graag bruin

 willen worden.
timer
2:30

Slide 15 - Slide

Pauze
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maken:

Opdracht 2 en 4 van H6 zinsdelen (blz. 179)
Opdracht 1, 2 en 3 van H6 woordsoorten (blz. 181)

Wil je een uitdaging? Maak dan opdracht 5 op blz. 181
Ben je klaar? Dan mag je extra oefenmateriaal komen halen.

Slide 17 - Slide