21-11-2024 C TC A1 6.4 Ooi, aai of oei en 6.5: Wat draagt zij?

                                                           C A1: 6.4  Woorden met ooi, aai ,oei
                                                        6.5 Wat draagt zij?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

                                                           C A1: 6.4  Woorden met ooi, aai ,oei
                                                        6.5 Wat draagt zij?

Slide 1 - Slide

Vandaag leer je ...
de uitspraak van ooi, aai en oei
vertellen wat iemand draagt

Slide 2 - Slide

Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 3 - Slide

WUP
Luister en leg de kleurkaartjes op volgorde (2- tallen)
De wereld heeft veel kleuren- De bonski's

Slide 4 - Slide

Running dictee 6.3

Slide 5 - Slide

6.4 Woorden met ooi, aai of oei

Slide 6 - Slide

Je ziet: -ooi, aai of -oei. Je zegt:

-ooj, aaj of -oej

Open je boek; 6.4, p218. Spreekopdracht 25

Slide 7 - Slide

6.5: Wat draagt zij? Lees de tekst in je boek op p219

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kijk en luister naar de leerwoorden (volgende dia)
en zeg na

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

     
      Spreken (klassikaal); opdr. 28
FB; verstaanbaarheid en begrijpelijkheid

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

       Maak de lees- en schrijfopdrachten (werkboekje)
timer
25:00

Slide 14 - Slide


Spreekopdracht 40 Praat samen (TC- boek, p   )
FB: verstaanbaarheid en begrijpelijkheid
timer
0:10

Slide 15 - Slide

Hoeveel woorden hoor je?

Slide 16 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?
Schrijf 3 woorden op het bordje.

Slide 17 - Slide

Vervolg op vorige dia: een bingo. ik noem leerwoorden/lesstof. Als de cursist dit woord op zijn bordje heeft mag hij het woord doorstrepen. Alle woorden doorgestreept. De cursist roept bingo.

Slide 18 - Slide

De volgende les

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide