This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
CULTUUR
Periode 1 - les 4
Regionale subculturen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...weet je dat er regionale subculturen zijn. (R)
...kan je verschillende regionale kenmerken van subculturen benoemen. (T1)
Slide 2 - Slide
Leg het begrip 'regionale subcultuur' in je eigen woorden uit.
Slide 3 - Open question
Regionale subculturen
Als we naar Nederland kijken, hebben de provincies ook hun eigen subcultuur. Dat noemen we regionale subculturen.
Elke regio heeft dus zijn eigen cultuurkenmerken.
regionaal
Gebied dat bij een bepaalde streek hoort, zoals een provincie, stad, dorp of buurt.
regionale subcultuur
Kenmerken van een cultuur die enkel in een bepaalde regio voorkomen.
Slide 4 - Slide
Noem drie kenmerken waaraan je een cultuur kunt herkennen.
Slide 5 - Open question
Cultuurverschillen per provincie
Elke Nederlandse provincie heeft zijn eigen subcultuur.
Elke provincie heeft zo zijn eigen dialect. Behalve Friesland, die hebben hun eigen taal.
dialect
Varriatie op de Nederlandse taal, die alleen binnen een bepaalde regio wordt gesproken.
Slide 6 - Slide
Friesland
In deze noordelijke provincie spreken Nederlanders het Fries (officieel een aparte taal!).
Springen ze over sloten heen (Fierljeppen) waarvoor zelfs kampioenschappen worden geörganiseerd.
Slide 7 - Slide
Carnaval
In Limburg en Noord-Brabant wordt volop carnaval gevierd, terwijl dat nauwelijks gevierd wordt 'boven de rivieren'.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
03:37
Bij welke Nederlandse subcultuur past deze video het beste?
A
Carnaval
B
De Achterhoek
C
Limburg
D
Friesland
Slide 11 - Quiz
03:39
Noem drie cultuurkenmerken die je terug hebt gezien in de video.
Slide 12 - Open question
Hoe herken je in de video dat het om een regionale subcultuur gaat?
A
Omdat deze band piratenkleding aan heeft.
B
Omdat deze band in een dialect zingt.
C
Omdat er op motoren gereden wordt.
D
Omdat dit geen muziek is.
Slide 13 - Quiz
De Achterhoek
Wordt tijdens het nieuwjaars feest carbiet geschoten.
Tijdens het voorjaar aan dauwtrappen gedaan, vroeg opstaan om een wandeling te maken.
Ook vind je daar de Zwarte Cross.
carbietschieten
Een bepaalde stof wordt in een melkbus gedaan en afgeschoten tijdens het nieuwjaarsfeest. Dit levert enorm harde knallen op.
dauwtrappen
In het voorjaar vroeg opstaan om een wandeling te maken. Er is dan vaak dauw te vinden, dauw zijn de waterdruppels die in de ochtend te vinden zijn op bijvoorbeeld gras.
Slide 14 - Slide
Andere verschillen...
Mensen met 'jij of u' aanspreken. In sommige regio's is het normaal om mensen met u aan te spreken, in andere regio's spreken mensen elkaar aan met je of jij.
Slide 15 - Slide
Andere verschillen...
In sommige provincies is het normaal om alleen de persoon die jarig is te feliciteren mijn zijn/haar verjaardag.
In andere provincies wordt iedereen die op de verjaardag is, gefeliciteerd met de verjaardag van de jarige. Dus niet alleen de jarige zelf.
Slide 16 - Slide
Andere verschillen...
In de Randstad (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht) worden mensen sneller en directer aangesproken. Zijn minder verlegen en hebben direct een oordeel. Je hoort dat ook luid en duidelijk (vooral als er een grap wordt gemaakt)!
In andere provincies (Limburg en Noord-Brabant) is het normaal om ingetogen en afwachtend te zijn.
Slide 17 - Slide
Andere verschillen...
Ook hebben sommige provincies te maken met buitenlandse invloeden. Limburg grenst aan Duitsland en België. Die invloeden merk je in de streek waardoor het voor sommige mensen 'buitenlands' aanvoelt.
Slide 18 - Slide
Begrippen uit deze les
Regionale subcultuur
Regio
dialect
dauwtrappen
carbietschieten
Slide 19 - Slide
Wat is een regio?
A
Gebied dat bij een bepaalde streek hoort.
B
Gebied dat bij een bepaald land hoort.
C
Gebied dat om een stad heen licht.
D
Gebied ergens anders op de wereld.
Slide 20 - Quiz
Wat is een dialect?
A
Variatie op de Nederlandse waarden binnen een gebied.
B
Variatie op de Nederlandse gewoonten binnen een gebied.
C
Variatie op de Nederlandse normen binnen een gebied.
D
Variatie op de Nederlandse taal binnen een gebied met eigen grammatica.
Slide 21 - Quiz
Wat is een accent?
A
Aparte taal
B
Andere taal
C
Een accent is een typische uitspraak die iets over je afkomst of woonplaats meegeeft.
D
Dialect
Slide 22 - Quiz
Wat is een taal
A
Dialect dat gesproken wordt door overheid, scholen etc.
B
Dialect
C
Accent
D
Iedere manier van communicatie
Slide 23 - Quiz
Wat is een regionale subcultuur?
A
Een subcultuur uit een bepaald land.
B
Een subcultuur die te maken heeft met je afkomst.
C
Een subcultuur binnen een bepaalde regio.
D
Een subcultuur met andere gewoonten.
Slide 24 - Quiz
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 25 - Open question
Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.
Slide 26 - Open question
Aan de slag
Ga naar all You Can learn en voer de opdracht Houdoe en skûtsjessilen uit - gedaan
Maak de opdracht 'Uitwisselen' van 'Jouw cultuur in beeld'