Paragraaf 1.1: Problemen in de kerk (deel 2)

Paragraaf 1.1: Problemen in de kerk (deel 2)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Paragraaf 1.1: Problemen in de kerk (deel 2)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Sleep de onderstaande begrippen bij de juiste omschrijving.
Begrippen
Omschrijving
Stelde de inquisitie in.
Leefde soms als een rijk man.
Geloofde iets anders dan de officiële kerk.
Gaf volgens christenen het goede voorbeeld.
Jezus
Ketter
Monnik
Paus

Slide 3 - Drag question

Wat gebeurt op deze bron?

Gebruik in je antwoord de begrippen: ketter en inquisitie.

Slide 4 - Open question

Luther en Calvijn
Beiden waren hervormers.
Beiden vonden ze dat de katholieke kerk moest veranderen.
Beiden hadden andere ideeën.
Beiden werden uit de kerk gezet door de paus.

 

Slide 5 - Slide

Drie nieuwe groepen:
1. Rooms-katholieken
  • Bleven trouw aan de paus in Rome.
  • Zagen de andere geloofs-groepen als ketters.
  • Hadden prachtig versierde kerken.

Slide 6 - Slide

Drie nieuwe groepen:
2. Lutheranen
  • Aanhangers van Maarten Luther.
  • Door je goed te gedragen kom je in de hemel. (GEEN aflaten!)
  • Sobere kerken (geen versieringen en dure kunstwerken).

Slide 7 - Slide

Drie nieuwe groepen:
3. Calvinisten
  • Aanhangers van Johannes Calvijn.
  • God bepaalt bij de geboorte of je naar de hemel gaat. (Strenger)
  • Sobere kerken (geen versieringen en dure kunstwerken).

Slide 8 - Slide

2

Slide 9 - Video

02:36
Wat is het lutheranisme?

Slide 10 - Mind map

03:10
Wat is GEEN kenmerk van het calvinisme?
A
Goed werken heeft geen invloed op de toekomst.
B
Predestinatieleer
C
Calvinisten moeten rijkelijk leven.
D
Calvinisten werden in Frankrijk vervolgd.

Slide 11 - Quiz

De Reformatie samengevat
Rooms-katholieke geloof
Sleep de onderstaande begrippen op de juiste plek in het schema.
Calvinisme
Maarten Luther
/
Protestantisme
Lutheranisme
Johannes Calvijn

Slide 12 - Drag question

Ga aan de slag!
Maak opdracht 5 t/m 10 van paragraaf 1.1.

Eerder klaar?
Maak een samenvatting van de paragraaf met:
  • de belangrijkste begrippen; 
  • personen; 
  • oorzaken en gevolgen van de Reformatie.

Slide 13 - Slide

Een levensbeschouwing, ontstaan als stroming in de renaissance in Italië, waarin geleerden de nadruk legden op studie van de klassieken en op de menselijke waardigheid en kennis. 
een stroming van het protestantse christendom, gebaseerd op de theologische, en daaruit voortvloeiende sociale en politieke leer van de hervormer Johannes Calvijn.  

Kort samengevat: "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg".
De kerkhervorming in de 16e eeuw door Luther, Calvijn, Zwingli e.a.  Het vond plaats in de 16e eeuw in verschillende landen van Europa binnen de toenmalige kerken. Deze kerkhervorming heeft geleid tot de nieuwe kerkvormen van het protestantisme. Het is een breed gedragen beweging, die uiteindelijk vooral in de landen van Noordwest Europa is aangeslagen. 
Zet het juiste begrip bij de juiste definitie
Humanisme
Calvinisme
Reformatie

Slide 14 - Drag question

In de Gouden Eeuw had je de katholieke kerk en protestante kerk. Welk kenmerk hoort bij wie? 
Hulp
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 15 - Drag question

Wat is "reformatie"?
A
hervormen
B
refreshen
C
vernieuwen
D
verbeteren

Slide 16 - Quiz

Reformatie is ...
A
Het oprichten van een nieuw geloof
B
De scheiding binnen de protestantse kerk
C
De scheiding binnen de katholieke kerk
D
De scheiding binnen de christelijke kerk

Slide 17 - Quiz

Wat zie je en wat herken je van de Reformatie in deze bron?

Slide 18 - Open question