Uitwerking opdracht 4 van H6 Lezen (afbeelding bij teksten)

Welke doelen kunnen afbeeldingen bij een tekst hebben?
  1. verfraaien, plaatje dat past bij de tekst en de tekst 'aantrekkelijker' maakt.
  2. aandacht trekken, een plaatje dat 'schreeuwt om aandacht'.
  3. verduidelijken, plaatje zet informatie overzichtelijk in een schema of tabel.
  4. aanvullen, bijv. een landkaart
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke doelen kunnen afbeeldingen bij een tekst hebben?
  1. verfraaien, plaatje dat past bij de tekst en de tekst 'aantrekkelijker' maakt.
  2. aandacht trekken, een plaatje dat 'schreeuwt om aandacht'.
  3. verduidelijken, plaatje zet informatie overzichtelijk in een schema of tabel.
  4. aanvullen, bijv. een landkaart

Slide 1 - Slide

Uitwerking opdracht 4 van H6 
blz. 165, 166 en 167

Slide 2 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
1. het nut van stress / de positieve kant van stress
2. Eigen antwoord
3. Het tweede deel begint bij alinea 7. In de alinea’s 2 t/m 6 gaat het over de positieve kanten van stress. 
Vanaf alinea 7 gaat het over de negatieve kanten. 

Slide 3 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
4a voorgeschoteld krijgen (al. 1).                    - te zien krijgen
b kennelijk (al. 1)                                                      - blijkbaar
c er zonder kleerscheuren afkomen (al. 3) - zonder schade of nadeel te lijden
d beteugelt (al. 5)                                                   - bedwingt, onder controle
e maathouden (al. 7)                                             - zich beheersen
f boost (al. 7)                                                            - extra impuls
g vroegtijdig (al. 9)                                               - eerder dan gewoonlijk


Slide 4 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
5 (1) Stress helpt om te overleven. 
    (2) Stress helpt bij herstel na een operatie of tandartsbehandeling. 
    (3) Stress is goed voor je geheugen: het zorgt ervoor dat je bepaalde         informatie beter opslaat. 

Slide 5 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
6 adrenaline en cortisol (zie alinea 5)

7 de eerste fase – de tweede fase – een paar minuten later

8 het systeem waarbij adrenaline en cortisol vrijkomen 

Slide 6 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167

Slide 7 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
10 Een black-out ontstaat doordat je te veel stress ervaart en je brein te druk is met het opslaan van informatie van die stresssituatie. Daardoor kun je je geen eerder opgeslagen informatie herinneren. 

Slide 8 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
11 Alinea 9 is geen goede slotalinea, want in deze alinea komt nog nieuwe informatie aan de orde (namelijk dat veel stress slecht voor je is als je denkt dat het slecht voor je is). Dat is niet gebruikelijk in een slotalinea; daarin wordt vaker het belangrijkste uit de tekst kort herhaald of er wordt een conclusie getrokken die tevens de hoofdgedachte van de tekst is. 

Slide 9 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
12 de informatie uit de tekst verduidelijken 
Toelichting: Door de afbeelding snap je de informatie uit de tekst beter. 

Slide 10 - Slide

opdracht 4 blz. 165, 166 en 167
13 De tweede verklaring. Een emotionele gebeurtenis roept namelijk mogelijk net zulke verschijnselen op als een stresssituatie. Er kan dus ook cortisol vrijkomen, dat het brein hyperalert maakt en helpt om de herinnering aan die emotionele gebeurtenis goed in je langetermijngeheugen op te slaan, met als resultaat een flitslichtherinnering. 


Slide 11 - Slide

Hebben jullie nog vragen?

Slide 12 - Slide