Communicatie

Communicatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Communicatie

Slide 1 - Slide

Les doelen 
Aan het einde van de les..
  • weet je wat communicatie is 
  • Wat verbale en non-verbale communicate is 
  • Heb je alle theorie opdrachten binnen de tijd af 
  • Heb je alle carrousel gedaan. 

Slide 2 - Slide

Inhoud 
  •  Theorie uitleg ± 10 min 
  • Opdrachten in je e-boek ± 30 min 
  • Praktijkopdrachten ( carrousel 20 min pr) ± 80 min 
  • Afsluiten ± 5 min
Alle gemaakte opdrachten moet door de docent gecondoleerd worden. 

Slide 3 - Slide

Communicatie

Slide 4 - Mind map

Miscommunicatie
geef een voorbeeld

Slide 5 - Open question

Verbale communicatie
A
Dit is door middel van geen woorden te gebruiken
B
Dit is door middel van je handen te gebruiken
C
Dit is door middel van observeren
D
Dit is door middel van gesproken of geschreven woorden

Slide 6 - Quiz

Non-verbale communicatie
A
Hard op praten en met verschillende gezichtsuitdrukking
B
Geen woorden gebruiken maar je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking
C
Geen woorden gebruiken maar ignoreren
D
Fluisteren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Ruis

Slide 9 - Open question

Opdrachten 
  •  Lees de inleiding p. 175
  • Maak opdrachten 4.3, 4.4 en 4.5

Slide 10 - Slide

Communicatie is
Uitwisselen van informatie met een ander persoon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Miscommunicatie is
Communiceren met gezichtsuitdrukking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Verbale communicatie
Communiceren zonder taalgebruik
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Non-verbale communicatie
Communiceren met twee woorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Persoonlijke ruimte
Ruimte tussen twee mensen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Ruis
Storing in communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Interne ruis
Storing in communicatie van buitenaf
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Externe ruis
Storing in communicatie binnen in een persoonsgevoel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide