Inhoud

1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe bereken je een omtrek?

Slide 2 - Open question

Hoe bereken je een oppervlakte?

Slide 3 - Open question

Driedimensionale figuren
Het heeft namelijk een diepte, lengte en breedte. In een driedimensionaal betekent dat iets drie dimensies heeft.

Slide 4 - Slide

Noem voorbeelden
van drie dimensionale
figuren

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Inhoud berekenen
Inhoud berekenen

Slide 8 - Slide

Noem eenheden die
te maken hebben met
inhoud

Slide 9 - Mind map

Eenheden inhoud 

Slide 10 - Slide

Wat is de inhoud van dit object in cm3?

Slide 11 - Slide

Wat is de inhoud van het object in cm3?

Slide 12 - Open question

Het zwembad is 165 cm diep. 
hhet

Slide 13 - Slide

Wat is de inhoud van het zwembad in m3?
A
9,9 m3
B
15 m3
C
8,3 m3
D
7,6 m3

Slide 14 - Quiz

De bodem van een taartvorm heeft een oppervlakte van 450 cm2. De taartvorm is 8 cm diep. Wat is de inhoud van de taartvorm in liter?
A
2,6 l
B
1,4 l
C
3,6 l
D
3,9

Slide 15 - Quiz

Huiswerk

Slide 16 - Slide