Tijd van de pruiken en revoluties: Les 1

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 7,8

Tijd van Pruiken en Revoluties

Leven in de 18e eeuw

• Nederland = republiek
• Stadhouder: Willem V 
• Regenten aan de macht
• Belangrijke banen -> rijken
• Veel armoede

Standen

1. Regenten: rijkste mensen, besturen het land
   
2. Gegoede burgerij: rijk, maar minder machtig
   (kooplieden, artsen, eigenaren fabrieken)
3. Kleine burgerij: verdienen genoeg om van te leven
   (winkeliers, ambachtslieden, onderwijzers)
4. Gewone volk: veel armoede
   (arme boeren, eenvoudige arbeiders, werklozen, bedelaars)

Rijken

• Grote huizen
• Buitenhuizen
• Frankrijk
• Franse tuinen en meubels
• Franse mode: pruiken
• Vragen veel belasting

Armen

• Betalen veel belasting
• Regenten weten dit ->
  doen niks
• Opstand
• Vernielen huizen

Patriotten en Prinsgezinden

Patriotten

• Betekent: vaderlanders 
• Boos op regenten
• Ontevreden over Willem V
• Standen afschaffen
• Volk moet meer te zeggen krijgen
• Zelf beroep kiezen

De republiek

• Stadhouder 
• Engelsen baas op zee
• Minder handel 
• Weinig werk 
• Veel mensen ontevreden
• Er ontstaan 2 groepen

Patriotten

• Uniformen en geweren 
• Vormen legertjes
• Vrijkorpsen
• Geweld tegen de prinsgezinden
• Protestbrieven en pamfletten
• Stadhouder moet weg
• Steeds meer Patriotten 

Prinsgezinden

• Blijven trouw aan de oranjes
• Delen brieven uit over de Patriotten 
• Er breken rellen uit 

• 1785 nemen de Patriotten in
  Den Haag de macht over
• Willem V en zijn vrouw vluchtten naar Nijmegen

Wilhelmina van Pruisen

• Geeft strijd niet op 
• 1787 gaat zij terug 
• Macht terugkrijgen -> mislukt
• Wilhelmina is woedend
• Ze vraagt hulp aan haar broer
• Koning van Pruisen
• Stuurt een groot leger
• De patriotten verliezen en Willem V keert terug