Periode 1 - week 37 - Spelling

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-Agenda, lesboek
-schrift, pen


PAK JE
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-Agenda, lesboek
-schrift, pen


PAK JE

Slide 1 - Slide

Welkom!

Nederlands
periode 1

Slide 2 - Slide

Donderdag 15 september

Registreer jezelf in LessonUp via klascode iffjq (Francesco gelukt?)

Wat gaan we doen: 
  • H. 3.5 Spelling, p. 119/120: 
            -voltooid deelwoord, 
            -tegenwoordig deelwoord,
            -leestekens 2

Slide 3 - Slide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
H. 3.5
p. 119


-Voltooid deelwoord
-Tegenwoordig deelwoord
- Leestekens 2


Slide 4 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 5 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 6 - Slide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 7 - Slide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip x gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 8 - Slide

tegenwoordig deelwoord

Slide 9 - Slide

Tegenwoordig deelwoord
Bellend reed ze op de fiets

Slide 10 - Slide

Tegenwoordig deelwoord
*Ze noemen dit ook wel onvoltooid deelwoord
*Het is op dit moment bezig (nu)
*Deze vorm geeft aan hoe iets gebeurt
                 Huilend loop ik naar huis
                 De oplettende man

Slide 11 - Slide

Tegenwoordig deelwoord

 hele werkwoord + d(e)

bellen + d (e)
gooien + d(e)


Slide 12 - Slide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
H. 3.5-Spelling, p. 119, opdr. 4, 5, 8, 9

 Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?

Zelfstandig, in stilte
 Steek je vinger op
Werkwoordspelling oefenen met Cambiumned 

Slide 13 - Slide

Werkwoordspelling online oefenen met

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video