ag1C-31Aug-Personalpronouns

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 6 - Slide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. 

Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 7 - Slide

Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het VOORWERP. 

Ze staan aan het einde van de zin.
 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Voorbeelden
I am walking to school today. Do you want to walk with me?
Ik loop vandaag naar school. Wil jij met mij meelopen?

We are going to have lunch. Would you like to join us?
Wij gaan lunchen. Heb je zin om met ons mee te gaan?

Slide 11 - Slide

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 12 - Quiz

Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me

Slide 13 - Quiz

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 14 - Quiz

Vul aan:
___ (hij) is taller than ___ (mij).
A
he / me
B
we / I
C
she / him
D
you / us

Slide 15 - Quiz

Are ___ (we) going to play soccer with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us

Slide 16 - Quiz

... are in the garden. (the flowers)

Slide 17 - Open question

.... are watching TV. (my mother and I)

Slide 18 - Open question

...... is dreaming. (George)

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide