(In)formele brief/mail schrijven

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Écrire une lettre (in)formelle

L'ordre des mots

onderwerp + gezegde + lijdend voorwerp + bepaling

Je mange une glace pendant les vacances

Ik eet een ijsje in de vakantie

J'ai mangé une glace (ik heb een ijsje gegeten)

Je vais manger une glace (ik ga een ijsje eten)

De werkwoorden staan altijd bij elkaar!

Harderwijk, 8 januari 2025

1. Harderwijk, 8 janvier 2025
2. Harderwijk, le 8 janvier 2025
3. Harderwijk le 8 Janvier
4. Harderwijk, le 8-1-25

van 1 tot en met 10 juli

1. du 1 au 10 juillet
2. de le 1er à le 10 juillet
3. du 1er/premier au 10 juillet
4. du 1er/premier aux dix juillet

ik heb jouw adres gekregen van mijn docent Frans =

1. j'ai obtenir ton adresse de ma professeur de Français
2. j'ai obtenu ta adresse de ma professeur de français
3. j'ai obtenu ton adresse de ma professeur de français
4. je suis obtenu ton adresse de ma professeur de français

ik wil graag met iemand uit Frankrijk schrijven

1. J'aime bien écrire avec une personne de France
2. J'aime bien écrire avec une persone de la France
3. Je aime bien écrire avec une personne de la France
4. J'aime bien écrire avec une personne de la France

Mijn verjaardig is 24 januari

1. Mon anniversaire c'est le 24 janvier
2. Mon anniversaire est 24 janvier
3. Mon anniversaire est le 24 Janvier
4. Mon anniversary c'est le 24 janvier

vertaal:
Ik zal mezelf eerst voorstellen

vertaal:
Daarna zal ik mijn familie beschrijven

Vervoeg ''faire' in de présent, passé composé (je-, tu- il- vorm)

wat is de ik- vorm (présent) van
avoir, être + aller

ik heb blond haar =

1. j'ai les cheveux blonds
2. j'ai cheveux blonds
3. j'ai les cheveux blond
4. j'ai les chevaux blonds

Vertaal:
ik heb bruine ogen

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 

Opsomming

Reden

Tegenstelling

Conclusie

car

mais

par contre

donc

en plus

au contraire

comme

ensuite

alors

d'abord

puis

parce que

bref

cependant

Hoe vertaal je:
ik ben 1 meter 78

Hoe vertaal je:
mijn broer studeert rechten

vertaal:
mijn kamer is / bevindt zich op de eerste etage

In het Frans gebruik je veel vaker dat dan in het Nederlands. In het Nederlands kun je zeggen:

Ik vind school leuk. In het Frans kan dat niet. Je moet dan zeggen: Ik vind dat school leuk is.

Dus: Je trouve que l’école est amusante.

Je crois que l’examen est facile.

Ik vind dat =

Ik weet dat =

ik denk dat =

handige zinnen:

Comment ça va? Moi, ça va très bien, parce que…

Je m'appelle ......... et j'ai 15 ans.

J'habite à Harderwijk, j'ai une grande maison.

Dans ma chambre il y a .......

Et toi? C’est quand ton anniversaire?/Tu as quel âge?

tu peux décrire ta famille?

J’espère que tu m’écris rapidement/vite.

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord tussen haakjes.

Je/j' (faire)

Tu (finir)

Elle (partir)

Nous (être)

Vous (attendre)

Ils (partir)

été

fini

partis

partie

fait

attendu

avons

avez

sont

as

est

ai

Aussi / également / de plus / en outre

Géén aussi vooraan de zin (enkel in het midden)

De plus / en outre = bovendien

    De plus, je parle français

 / Je parle aussi français.

verbind het signaalwoord met de juiste vertaling

daarentegen

dus

echter/ toch

om die reden/ daarom

vanwege/door

maar

bijvoorbeeld

en

par contre

donc

pourtant

c'est pourquoi

à cause de

mais

par exemple

et

Welke is juist?

1. Je fais beaucoup de la natation.
2. Je fais beaucoup le nager.
3. Je fais beaucoup nager.
4. Je fais beaucoup de natation.

Beaucoup de...

'Beaucoup' (veel) is een woord van hoeveelheid

Je gebruikt dan de/d'

Geldt ook voor peu de/d'

Qu'est-ce que tu trouves encore difficile?

Pose tes questions à ta prof.