historisch overzicht van de 20e eeuw

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

de Eerste Wereldoorlog vond plaats tussen:

wereldoorlog II vond plaats tussen:

de Koude Oorlog duurde van:

De Russische Revolutie(s) vonden plaats in:

1. 1914
2. 1915
3. 1916
4. 1917

de Vrede van Versailles

1. werd in 1918 gesloten
2. werd opgesteld door o.a. Engeland, Frankrijk en Duitsland
3. kwam hard aan in Duitsland
4. betekende het einde van de gevechten in WO I

de Vrede van Versailles hat tot gevolg dat:

1. Duitsland Elzas-Lotharingen kreeg
2. Duitsland herstelbetalingen opgelegd kreeg
3. Dld haar leger moest inkrimpen
4. Dld haar kolonien moest afstaan

de Dolkstootlegende:

1. was populair in het Franse leger
2. legde de schuld voor het verliezen van de oorlog bij de VS
3. was een verdraaiing van de geschiedenis
4. werd door Hitler afgewezen

Tot de Centralen behoorden niet:

1. Italie
2. Duitsland
3. Turkije
4. Oostenrijk/Hongarije

in 1918 behoorden tot de Geallieerden:

1. Rusland
2. Amerika
3. Frankrijk
4. Nederland

de Republiek van Weimar duurde van:

1. 1919 - 1929
2. 1919 - 1939
3. 1919 - 1945
4. 1919 - 1933

de Beurskrach op Wallstreet

1. was in 1929
2. was ongunstig voor Hitler
3. vergrootte de ontevredenheid in Duitsland
4. had geen gevolgen voor Europa

Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme:

1. propaganda
2. terreur
3. parlementaire democratie
4. censuur

De leider van de NSB was

1. Colijn
2. Mussert
3. Kuyper
4. Frans Ferdinand

Welke 3 landen behoorden tot de
As-mogendheden?

het non-agressiepact werd gesloten tussen:

1. Dld - Japan
2. Japan - USSR
3. USSR - Dld
4. Dld - Engeland

De Slag om Stalingrad was in de winter van:

1. 39/40
2. 42/43
3. 41/42
4. 43/44

Wat WO II onderscheidt van WO I is:

1. het inzetten van de atoombommen
2. de verwoesting van steden
3. het feit dat er in WO I geen burgerslachtoffers waren
4. de moord op de joden

Met 'de Grote Drie' wordt het bondgenootschap bedoeld tussen:

1. Nederland-Belgie-Luxemburg
2. GB-Spanje-Frankrijk
3. VS-USSR-GB
4. Japan-Dld-Italie

Operatie Market Garden was:

1. de slag om Arnhem
2. de aanval op Rusland
3. het Ardennenoffensief
4. de aanval op Pearl Harbor

Soekarno was:

1. de leider van de nationalisten in Indonesie
2. een collaborateur
3. een vrijheidsstrijder
4. een Japanse generaal

WO II eindigde in:

1. september 1939
2. de winter van 42/43
3. mei 1945
4. augustus 1945

De 'politionele acties':

1. waren een militaire ramp
2. leidden tot de val van Soekarno
3. werden in 1947 en 1948 gehouden
4. leidden tot ingrijpen van de VS

invloedssferen zijn

1. gebieden waar Amerika veel invloed heeft
2. gebieden waar de USSR veel invloed heeft

Welk begrip hoort er niet bij:

1. containment
2. Marshallplan
3. Glasnost
4. Navo

Met de Koude Oorlog wordt bedoeld:

1. de periode voor WO I waarin veel spanningen waren
2. de jaren voor WO II waarin nog geen oorlog was maar wel veel spanningen
3. de periode na WO II waarin wel spanningen waren maar er niet gevochten werd
4. De periode na WO II met spanningen tussen communistische en kapitalistische landen

Direct na WO II

1. werd Duitsland verdeeld in bezettingszones
2. werd Dld verdeeld in Oost- en West Duitsland
3. werd het Warschaupact opgericht
4. werd de Muur gebouwd

In 1949:

1. werd de Navo opgericht
2. vond de Blokkade van Berlijn plaats
3. werd de 'Luchtbrug' georganiseerd
4. werd de DDR opgericht

De Hongaarse Opstand vond plaats in

1. 1953
2. 1945
3. 1989
4. 1956

De Praagse lente:

1. Was gericht tegen de VS
2. Was een steunbetuiging voortegen Gorbatsjov
3. was de naam van een groot hippiefestival
4. werd neergeslagen door de USSR

De Cuba-crisis:

1. gaat om het stationeren van Amerikaanse raketinstallaties
2. leidde bijna tot een wereldoorlog
3. was in 1960
4. was een nederlaag voor Kennedy

Wat hoort er niet bij:

1. Veiligheidsraad
2. Gorbatsjov
3. Perestrojka
4. Glasnost

Met verzuiling leidde tot:

1. de indeling van de jeugd in meisjes- en jongensgroepen
2. de opdeling van de bevolking in gelovigen en niet-gelovigen
3. veel onenigheid in het Nederland van na WO II
4. een samenleving waarin het leven zich vooral binnen een groep afspeelde