Studievragen bij H4

37) Maak de zin af: 'Op de christelijke feesten herdenken de christenen de belangrijkste gebeurtenissen uit...'

39) Verklaar het woord 'Advent':

40) Wat vieren christenen met kerst?

41) Wat heeft de god 'Mithras' met kerst te maken?

42) Wat is de 'veertig dagen tijd'?

43) Wat wordt er herdacht op 'Goede Vrijdag'?

44) Hoeveel dagen zitten er tussen Pasen en hemelvaart en tussen Pasen en Pinksteren?

45) Welke feestdagen worden alleen door katholieken gevierd, en welke alleen door protestanten?

46) Wat betekent het dat Jezus als een lam wordt afgebeeld?

47) Waarvoor staan de 'x' en de 'p'?

48) Waarvoor staan het kruis, hart en anker?

49) wat betekent de vis?

50) Waarvoor staat het kruis?

51) Wat betekent de afbeelding met de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet?

52) Welke 7 sacramenten zijn er?

53) Welke twee betekenissen heeft het ondergaan en weer bovenkomen uit het water bij de doop?

54) Wat hebben 'eucharistie', 'avondmaal' en 'Pesach maaltijd' met elkaar te maken?

55)Wat is het 'vormsel' en welk ritueel bij protestanten lijkt hierop?

56) In welke kerk is het huwelijk een sacrament?

57) Noem 3 dingen die gebeuren bij een priesterwijding.

58) Leg uit dat 'ziekenzalving' meer is dan wat 'Nivea als je griep hebt'.