04. Thema 4.2 - Een vrouw (2) 20-2

Thema 4: 
Relaties en seksualiteit
Basisstof 2: Een vrouw
1 / 42
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4: 
Relaties en seksualiteit
Basisstof 2: Een vrouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Maken Thema 1:

Vandaag
Huiswerk § 4.2
Aan de slag § 4.2
Doelen checken
Huiswerk opgeven

Huiswerk § 4.2
Aan de slag § 4.2
Doelen checken
Huiswerk opgeven
BK
KGT


5 min
2 min

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maken Thema 1:

Huiswerk 20 februari
Maken § 4.2: 1-4
+
Leren 4.1 + 4.2
+
Nakijken

Maken § 4.2: 1-5
+
Leren 4.1 + 4.2 
+
Nakijken

BK
KGT

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voortplantingsstel van een vrouw (inwendig)
Baarmoeder: hierin groeit het ongeboren kindje.

Eierstok: hierin vindt de ontwikkeling van de eicellen (vanaf de puberteit tot aan de overgang op ongeveer 50-jarige leeftijd) plaats.

Eicellen: de vrouwelijke geslachtscellen

Eileider: vervoeren cellen

Eisprong = ovulatie: de rijpe eicel komt vrij uit de eierstok

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voortplantings-stelsel vrouw
  • Vagina: hierin komt het sperma tijdens de geslachtsgemeenschap.
  • Kleine schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren (nat worden)
  • Grote schaamlippen: veiligheid
  • Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling (orgasme). Er komen hier veel zenuwen samen
  • Maagdenvlies: weefsel met opening aan het begin van de vagina

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doel: Een vrouw
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eilleider
D
Vagina

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we het samensmelten
van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Wanneer ben je zwanger?
A
Als de eisprong is geweest
B
Als de bevruchte eicel is ingenesteld
C
Als de eicel en zaadcel samen zijn samengesmolten
D
Als de zaadcel de eicel heeft bevrucht

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer spreken we
van het woord bevruchting?
A
Bij een bolletje cellen
B
Bij een eisprong
C
Tijdens een ovulatie
D
Bij het samensmelten van de kernen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een orgasme kan komen door prikkeling van de eikel of clitoris
A
Juist
B
Onjuist
C
dat kan nooit

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


nr. 2
is
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


nr. 3
is
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


nr. 5
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel wordt aangegeven met letter Q?
A
Trechter
B
Eileider
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


nr. 10 speelt
een rol bij
A
de innesteling
B
de bevruchting
C
het vrijkomen van een eicel
D
de opvang van urine

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

1: Schaamlippen: produceert slijm bij seksuele opwinding waardoor de vagina glad wordt
2: vruchtbare periode:
Drie dagen voor de ovulatie, tot één dag na de ovulatie
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Innesteling
A
klompje cellen zet zich vast in de eierstok
B
klompje cellen zet zich vast in de eileider
C
klompje cellen zet zich vast in de vagina
D
klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

eicellen ontwikkelen zich in
A
de eileider
B
de eierstok
C
de vagina
D
het baarmoederslijmvlies

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De eileider is de verbinding
tussen de ..1.. en de ...2...
A
1. baarmoederwand 2. eileider
B
1. vagina 2. baarmoeder
C
1. baarmoeder 2. eierstokken
D
1. baarmoederslijmvlies 2. vagina

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

1. sprong van de eicel
2. de weg van de eicel
A
1. Ovulatie 2. Van de eierstok naar de eileider
B
1. Ovulatie 2. Van de eileider naar de eierstok
C
1. eiceldeling 2. Van de eierstok naar de eileider
D
1. eiceldeling 2. Van de eierstok naar de eileider

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Iemand is 51 jaar.
Stelling:
Vanaf 50 jaar is er afname van de ontwikkeling van eicellen
Daarom is de kans op zwangerschap dan minder groot
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

1: Vagina: Daar komt het sperma terecht tijdens de geslachtsgemeenschap
2: Maagdenvlies is een vliesje aan het begin van de vagina

A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 28 - Quiz

Is geen vlies, maar een randje weefsel
Als er geen bevruchting is geweest, vindt er dan een innesteling plaats?
A
ja
B
nee
C
soms wel
D
dat kun je niet weten

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Baarmoeder
Eierstok
Vagina
Clitoris
Plaats waar het embryo groeit
Hier rijpen de eicellen
Verbinding naar de buitenwereld
Meest gevoelige deel

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Vindt de innesteling plaats, ongeveer veertien dagen na de laatste menstruatie?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Nr. 1
Nr. 8
Nr. 3
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 7
Vagina
Baarmoeder
Baarmoederwand
Eileider
Eierstok
baarmoederslijmvlies

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er meestal weggehaald bij de besnijdenis van een meisje
A
buitenste schaamlippen
B
binnenste schaamlippen en clitoris
C
aambeien
D
maagdenvlies

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


    eisprong

 eicelrijping

innesteling

celdeling

 bevruchting

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Het maagdenvlies sluit de baarmoeder af van de buitenwereld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de primaire geslachtskenmerken van vrouwen?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Maken Thema 1:

Huiswerk 21 februari
Maken § 4.2: af
+
Leren 4.1 + 4.2
+
Nakijken

Maken § 4.2: af
+
Leren 4.1 + 4.2
+
Nakijken

BK
KGT

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions